BOORDCOMPUTER
(1/3)
1
2
Display 1
Nulinstelling van de
boordcomputer en van de
dagteller 2
Door de toets 2 lang in te drukken wordt de
dagteller op nul gezet. Het display moet op
"Dagteller" staan.
Functiekeuzetoets 1
Met het kort indrukken van de toets 2 kunt u
één voor één de volgende gegevens laten
aangeven:
– totaalteller;
– dagteller;
– snelheidsinstelling (snelheidsregelaarbe-
grenzer);
– tijd (afhankelijk van de auto);
– temperatuur (afhankelijk van de auto);
– overgebleven afstand tot de volgende
verversing.
Raadpleeg de tabellen op de volgende blad-
zijden met voorbeelden van de weergave.
N.B.: indien de capaciteit van één van de
geheugens wordt overschreden, springt
de aanwijzing automatisch op nul terug.
Instrumentenpaneel in mijlen
Het is mogelijk over te schakelen op km/h.
Druk op de toets 2 en zet het contact aan.
De eenheid van de snelheidsmeter knippert
gedurende ongeveer drie secondes, daarna
wordt de nieuwe eenheid eerst knipperend,
daarna vast aangegeven: laat de toets 2 los.
Doe hetzelfde om weer terug te gaan naar
mijlen.
N.B.: na een onderbreking van accuvoe-
ding, gaat de boordcomputer automatisch
terug naar de oorspronkelijke eenheid.
1.49