BANDENSPANNING
A
De bandenspanning staat op de sticker A op
de zijkant van het bestuurdersportier. Open
het portier om het te lezen.
B: bandenmaat van de auto.
C: bandenspanning van de voorwielen
buiten autosnelweg.
D: bandenspanning van de achterwielen
buiten autosnelweg.
E: bandenspanning van de voorwielen op
autosnelweg.
4.10
A
B
C
E
G
H
F: bandenspanning van de achterwielen op
autosnelweg.
G: bandenspanning van het reservewiel.
H: bandenmaat van het reservewiel.
Als de banden vervangen moeten worden, mag dit alleen gebeuren door even
grote banden van hetzelfde merk, met dezelfde eigenschappen en met hetzelfde
profiel.
Zij moeten: ofwel gelijk zijn aan de oorspronkelijk gemonteerde, ofwel vol-
doen aan de door de merkdealer gestelde eisen.
Veiligheid van de banden en monte-
ren van sneeuwkettingen
Raadpleeg de paragraaf "Banden" in
hoofdstuk 5 voor het onderhoud en
D
de mogelijkheid voor het gebruik van
F
sneeuwkettingen (afhankelijk van de uit-
voering).
Bijzonderheid
Vol belaste auto (maximum toegelaten
totale massa) met een aanhangwagen.
De maximumsnelheid is 100 km/u en de
bandenspanning moet worden verhoogd
met 0,2 bar.
De massa's staan aangegeven in de pa-
ragraaf "Massa's" in hoofdstuk 6.