INSTRUMENTENPANEEL: controle- en waarschuwingslampjes
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIJN AFHANKELIJK VAN HET LAND, HET UITRUSTINGSNIVEAU EN EVENTUELE
OPTIES VAN DE AUTO.
A
Instrumentenpaneel A: dit wordt verlicht bij
het aanzetten van het contact.
Het oplichten van sommige controlelampjes
gaat vergezeld van een boodschap.
©
Waarschuwingslampje
nodig voorzichtig direct naar een merk-
dealer te rijden. Als u dit voorschrift ne-
geert, loopt u het risico dat uw auto be-
schadigd wordt.
1.38
L
Waarschuwingslampje brand-
stofpeil
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en dooft na enkele secondes. Als
het gaat branden tijdens het rijden met een
geluidssignaal: ga zo snel mogelijk tanken.
U kunt nog ongeveer 50 km rijden vanaf
de eerste keer oplichten van het waarschu-
wingslampje.
å
Waarschuwingslampje airbag
Dit lampje gaat branden als het
contact wordt aangezet en dooft na enkele
secondes. Als het niet oplicht bij het aanzet-
ten van het contact of als het oplicht tijdens
het rijden, wijst dit op een storing in het sy-
steem.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
Het
®
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar
te brengen. Stop de motor en start deze
: Het is
niet opnieuw. Roep de hulp in van een
merkdealer.
(1/4)
waarschuwingslampje
dwingt u, voor uw
Ô
Waarschuwingslampje koel-
vloeistoftemperatuur
Als dit lampje gaat branden, moet u stoppen
en de motor een tot twee minuten stationair
laten draaien. De temperatuur moet afne-
men. Als dit niet zo is moet u de motor stop-
pen. Laat deze afkoelen voordat u het peil
van de koelvloeistof controleert.
Roep de hulp in van een merkdealer.
2
Waarschuwingslampje geopend por-
tier
Dit brandt als het contact aan staat en een
portier niet goed is gesloten.
Als er geen visueel of geluids-
signaal terug komt, geeft het
een storing van het instrumen-
tenpaneel weer. U moet direct
stoppen zonder het overige verkeer in
gevaar te brengen. Zorg dat de auto in-
derdaad goed gestopt is en neem con-
tact op met een merkdealer.