PORTIEREN VERGRENDELEN, ONTGRENDELEN
Waarschuwingslampje van de
portieren
Met contact aan geeft het controlelampje in
de schakelaar 1, aan of de portieren wel of
niet vergrendeld zijn:
– lampje brandt, de portieren zijn vergren-
deld;
– lampje uit, de portieren zijn ontgrendeld.
Als u de portieren vergrendelt, blijft het con-
trolelampje branden en dooft daarna.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.
1.8
(2/2)
Met de hand
Gebruik van de sleutel
Vergrendel of ontgrendel het bestuur-
dersportier door de sleutel diep in het slot 2
te steken, draai daarna de sleutel.
Raadpleeg voor meer bijzonderheden over
de afstandsbedieningen, paragraaf "FM-af-
standsbediening: gebruik" in hoofdstuk 1.
2
Handmatig vergrendelen van de
portieren
Verdraai, met open portier, de schroef 3
(met behulp van het uiteinde van de sleutel)
en sluit het portier. Nu is het portier van bui-
tenaf vergrendeld.
Het openen kan alleen van binnenuit gebeu-
ren of met de noodsleutel voor de voorpor-
tieren.
3