5. Onderhoud en reparatie
Machine
A; 50 h
5
54
(50 h) 300 h
(2 h) 25 h
50 Nm
agria Eenassige tractor 3900
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere in-
gebruikname en steeds na 50 bedrijfsuren
gecontroleerd worden (oliepeilstok en olie-
vulhals (A/3 of C/3). Het oliepeil moet bij ho-
rizontaal staande machine tussen de streep-
jes max. en min. staan.
Oliepeilstok uittrekken, met een schone
doek afnemen en weer terugsteken.
Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het
oliepeil te meten, eventueel olie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50
bedrijfsuren en vervolgens na iedere 200
bedrijfsuren, met warme motor.
Olievulhals (A/3 of C/3), aftapplug (A/18 of
C/18) en hun omgeving reinigen.
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
Let op de conditie van de af dicht-
I
ring, eventueel vervangen. Olievul-
hals en aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'technische
gegevens').
Wielen
Bij de eerste ingebruikname en bij ie-
dere wisseling van de wielen moeten de
wielschroeven en -moeren na de eerste 2
bedrijfsuren met 100 Nm (10 kpm) worden
nagetrokken of controleren. Verder bij alle
servicewerkzaamheden.
De bandenspanning van de banden moe-
ten regelmatig gecontroleerd worden. Let
erop dat de spanning in beide banden gelijk
is zodat probleemloos rijden gewaarborgd
is.