Inhoudsopgave
Advertenties
3. Machine- en bedieningselementen
Afzonderlijke wielberemming
(hulp bij het draaien van de stuurstang)
De eenassige tractor wordt optioneel uitgerust met een linker en een rechter
afzonderlijke wielberemming, om het sturen en draaien van de machine gemak-
kelijker te maken.
De bediening gebeurt met hendels (B/10 of B/11).
B/11
B/10
Wanneer de stuurstang 180° g edraaid is (frontaanbouwwerktuigen) is
W
de bediening omgekeerd!
Op hellingen altijd naar de helling toe draaien.
Wanneer met aanhangers gereden wordt, mag nooit de af-
W
zonderlijke wielberemming van de eenassige tractor worden gebruikt,
maar alleen de bedrijfsrem van de aanhanger!
Centrale rem
Als de eenassige tractor in heuvelachtig terrein moet worden afgremd of neerge-
zet moet de gecombineerde centrale parkeerrem worden gebruikt. Hiertoe met
B/11
B/10
de klok mee over het dode punt heen draaien. Hendel blijft uit zichzelf staan –
beide wielen zijn geblokkeerd. Losmaken van de parkeerrem: hendel in uitgangs-
positie terugbrengen – rem is weer los.
aantrekken.
aantrekken.
34
de pen de beide hendels (B/10 und B/
11) verbinden.
de klok mee draaien – beide wielen
worden afgeremd.
Bij het loslaten van de hendel zwenkt
deze weer in de uitgangspositie terug –
rem is weer los.
Hendel (B/10 en 11) naar achteren met
agria Eenassige tractor 3900
Draaien naar rechts: hendel (B/11)
Draaien naar links: hendel (B/10)
Centrale rem
Hendel (B/10 en 11) naar achteren met
Parkeerem
3
27
Advertenties
Inhoudsopgave
