■ Bij auto's met een geautomati‐
seerde versnellingsbak als het be‐
stuurdersportier bij draaiende mo‐
tor wordt geopend, terwijl er een
versnelling is ingeschakeld zonder
dat het rempedaal wordt bediend.
■ Het waarschuwingssignaal klinkt
driemaal als het draagsysteem
achter wordt uitgeschoven en de
achteruitversnelling is ingescha‐
keld.
Bij het parkeren van de auto en
het openen van het
bestuurdersportier
■ Als de contactsleutel nog in het
contactslot steekt.
■ Bij ingeschakelde buitenverlichting.
■ Bij een geautomatiseerde versnel‐
lingsbak als bij een uitgeschakelde
motor de handrem niet is aange‐
trokken en geen versnelling is in‐
geschakeld.
Instrumenten en bedieningsorganen
Tijdens een Autostop
■ Als het bestuurdersportier geopend
is.
Batterijspanning
Lage batterijspanning in de afstands‐
bediening. Bij auto's zonder Check-
Control verschijnt de melding InSP3
op het display op het instrumenten‐
paneel. Batterij vervangen 3 20.
Remlichtschakelaar
Remlicht brandt niet bij het remmen.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een werkplaats laten verhelpen.
Dieselbrandstoffilter
aftappen
Als er water in het dieselbrandstoffil‐
ter zit, verschijnt de melding InSP4 op
het instrumentenpaneel. Bij sommige
modellen licht InSP4 op in combinatie
met A op het instrument. De hulp
van een werkplaats inroepen.
Verlichting
De belangrijkste lampen van de bui‐
tenverlichting worden bewaakt, inclu‐
sief kabels en zekeringen. Bij het rij‐
den met een aanhanger wordt ook de
verlichting van de aanhanger be‐
waakt. Aanhangers met een led-ver‐
lichting moeten een voorziening heb‐
ben die de bewaking van de verlich‐
ting net als bij traditionele gloeilam‐
pen te mogelijk maakt.
Op het Info-Display wordt aangege‐
ven dat de verlichting defect is of de
melding InSP2 verschijnt op het dis‐
play van het instrumentenpaneel.
91