122
Rijden en bediening
Automatische
versnellingsbak
Met de automatische versnellingsbak
is automatisch schakelen mogelijk.
Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling verschijnt op het versnellingsbak‐
display.
Keuzehendel
P = parkeerstand, de wielen zijn ge‐
blokkeerd, alleen inschakelen
wanneer de auto stilstaat en de
handrem is aangetrokken
R = achteruitversnelling, alleen in‐
schakelen wanneer de auto stil‐
staat
N = neutrale stand
D = automatische modus met alle
versnellingen
De keuzehendel is vergrendeld in P
en kan alleen worden verzet wanneer
u het contact inschakelt en het rem‐
pedaal intrapt.
Om stand P of R te selecteren, de
ontgrendelingsknop op de keuzehen‐
del indrukken.
De motor start alleen wanneer de
hendel in stand P of N staat. Wanneer
de stand N is geselecteerd, trapt u de
rem in of trekt u de handrem aan al‐
vorens te starten.
Tijdens het schakelen geen gas ge‐
ven. Gas- en rempedaal nooit gelijk‐
tijdig bedienen.
Wanneer een versnelling is ingescha‐
keld en de rem wordt losgelaten, rijdt
de auto langzaam weg.
Versnellingen 3, 2, 1
3, 2, 1 = Versnellingsbak schakelt
niet verder op dan de ge‐
selecteerde versnelling.
Om stand 3 of 1 te selecteren, de
knop op de keuzehendel indrukken.
3, 2 of 1 alleen selecteren om auto‐
matisch opschakelen te vermijden of
om krachtiger op de motor af te rem‐
men.