178
Verzorging van de auto
3. Fles met afdichtmiddel op houder
steken. Ervoor zorgen dat de fles
niet omvalt.
4. Ventieldop van defecte band los‐
schroeven.
5. Bandenvulslang op bandventiel
schroeven.
6. Luchtslang op aansluiting van
compressor vastschroeven.
7. Ontsteking inschakelen.
Om te voorkomen dat de accu
leegraakt, is het raadzaam de mo‐
tor te laten draaien.
8. Aan-/uitschakelaar op de com‐
pressor indrukken. De band wordt
met afdichtmiddel gevuld.
9. De manometer van de compres‐
sor geeft even max. 6 bar aan
wanneer de fles afdichtmiddel
wordt geleegd (ca. 30 seconden).
Daarna daalt de druk weer.
10. Al het afdichtmiddel wordt in de
band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
11. De voorgeschreven bandenspan‐
ning moet binnen 10 minuten wor‐
den bereikt. Bandenspanning
3 211. Compressor bij het berei‐
ken van de juiste spanning uit‐
schakelen door nogmaals op de
aan-/uitschakelaar te drukken.
Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning niet binnen
10 minuten bereikt, dan de ban‐
denreparatieset verwijderen. De
auto één wielomwenteling ver‐
plaatsen. De bandenreparatieset
weer aansluiten en het vulproces
10 minuten lang voortzetten.
Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning dan nog niet bereikt,
dan is de band te ernstig bescha‐
digd. De hulp van een werkplaats
inroepen.