1, 2, 3 = Ingeschakelde versnel‐
ling, automatische ver‐
snellingsbak
1 - 5
= Huidige versnelling, geau‐
tomatiseerde versnellings‐
bak, handgeschakelde
modus
Controlelampen
De beschreven controlelampen zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze be‐
schrijving geldt voor alle instrument‐
uitvoeringen. Bij het inschakelen van
de ontsteking lichten de meeste con‐
trolelampen korte tijd op bij wijze van
functietest.
Betekenis kleuren controlelampen:
rood
= gevaar, belangrijke herin‐
nering
geel
= waarschuwing, aanwijzing,
storing
groen = inschakelbevestiging
blauw = inschakelbevestiging
Instrumenten en bedieningsorganen
79