Vergrendelen
De sleutel aan de binnenzijde van het
portier in de opening boven het slot
steken en de vergrendeling oplichten
totdat een klik waarneembaar is. Por‐
tier vervolgens sluiten. Deze proce‐
dure bij elk van de portieren uitvoe‐
ren. Het bestuurdersportier is ook van
de buitenzijde met de sleutel te ver‐
grendelen. Tankklep en achterklep
kunnen niet worden vergrendeld.
Automatisch vergrendelen
U kunt deze beveiligingsfunctie con‐
figureren om alle portieren, de baga‐
geruimte en de tankklep automatisch
te vergrendelen zodra met de auto
wordt gereden. Persoonlijke instellin‐
gen 3 96.
Kindersloten
9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Sleutels, portieren en ruiten
Draaiknop aan het achterportierslot
met een sleutel of een geschikte
schroevendraaier naar horizontale
stand draaien. Het portier kan van
binnenuit niet geopend worden.
25