KGE
6 Onderhoud
!
6.1
KGE/NL (1711) 6.5
Gebrekkig onderhoud leidt tot een kortere levensduur, mogelijk uitval en in
ieder geval verlies van de garantie.
Algemene richtlijnen
• Ontoereikend, verkeerd en/of niet regelmatig uitgevoerd onderhoud kan leiden tot
storingen in de werking van de pomp, hoog oplopende herstelkosten en langdurige
onbeschikbaarheid. Volg daarom de richtlijnen in dit hoofdstuk nauwkeurig op.
• Schakel voor onderhoudswerken enkel het daartoe opgeleid personeel in en zorg dat
er gebruikt gemaakt wordt van de persoonlijke beschermende kledij. Het dragen van
handschoenen en een veiligheidsbril wordt sterk aangeraden.
• Alvorens over te gaan tot nazicht en onderhoud moet de pomp uit bedrijf worden
genomen. Verhinder dat de installatie toevallig of van op afstand in werking kan
worden gesteld. De druk in de pomp en de installatie moet volledig worden
weggenomen.
• Laat indien de vloeistof het toelaat de pomp afkoelen tot omgevingstemperatuur
(20°C) en laat ze leeglopen.
• Wanneer de pomp gedurende langere periodes niet wordt gebruikt moet men deze
eerst volledig leeg laten lopen om daarna de inwendige delen te behandelen met
conserverende olie. De pomp wordt wekelijks 1 keer even aangezet ofwel zorgt men
manueel voor een paar omwentelingen van de pompas. Op deze wijze zorgt men voor
een goede circulatie van de conserverende olie.
• Gebruik voor onderhoud- en herstellingswerken enkel de technisch correcte en in
goede staat verkerende gereedschappen. Hanteer ze op de juiste wijze.
• Beschadigde en/of versleten onderdelen beïnvloeden op nadelige wijze de
bedrijfszekerheid en de veiligheid en dienen daarom zo snel mogelijk te worden
vervangen. Gebruik enkel originele wisselstukken.
• Alle veiligheidsvoorzieningen op de pomp die omwille van onderhoudswerken werden
gedemonteerd moeten na het beëindigen van de werken opnieuw worden
aangebracht.
• Omdat mechanische asafdichtingen erg kwetsbaar zijn en sommige onderdelen erg
nauwe toleranties hebben moet bij onderhoud een schone werkomgeving worden
ingericht.
• Installatie, bediening en onderhoud moet worden uitgevoerd door bevoegde en goed
opgeleid personeel.
Onderhoud
29