3.3
3.3.1
18
Hoofdleidingen (zuig - en persleiding)
• De diameter van de zuigleiding moet gekozen worden in functie van de lengte van de
zuigleiding en mag niet kleiner zijn dan de zuigaansluiting van de pomp.
• Sluit de zuig- en persleiding passend aan en zorg dat ze tijdens het werken van de
pomp spanningsvrij blijven.
Krachten en momenten
Krachten en momenten die op de flenzen werken veroorzaken vervormingen in pomp/
pompgroep. De gebruiker moet erop toezien dat de hieronder opgegeven waarden niet
overschreden worden. Te grote krachten en momenten leiden namelijk tot mechanische
schade aan de pomp. Ze manifesteren zich in een verplaatsing van het aseinde van de
pomp t.o.v. het aseinde van de motor. Als uitgangspunt voor toelaatbare krachten en
momenten op de flenzen gelden volgende maximale waarden voor de radiale verplaatsing
van het aseinde van de pomp :
Lagerstoel
00
0 / 0+
1
2
Voor het bepalen van de krachten moet rekening gehouden worden met het gewicht van
de leidingen en de vloeistof. Er moet tevens onderscheid gemaakt worden tussen
pompgroepen waarvan de fundatieplaat al dan niet in beton wordt ingegoten.
Figuur 3:
Krachten en momenten
Index v: in verticale richting, Y-as
Index h: in horizontale richting, X- en Z-as
M:
moment in het vlak van de flens
Fv:
kracht in verticale richting
Fh:
kracht in horizontale richting
Installatie en voorbereiding opstarten
mm
0,15
0,20
0,20
0,20
KGE/NL (1711) 6.5