6.4.3 Weergave van fouten en alarmen
Parameter
Alarm
Storing
6.5 Softwareparameters
De parameters zijn verschillend gemarkeerd in de handleiding, afhankelijk van hun type:
Markering
Geen markering
6.5.1 Statusparameters
Nr.
P01
P02
P03
P04
Beschrijving
In het geval van een alarm zal de overeenkomende code verschijnen in het display, afwisselend met de
hoofdweergave.
Bijvoorbeeld:
(bijv. BAR)
→
A01
3 , 5 6
(bijv. 10 x rpm)
→
A02
285
...
In het geval van een storing zal de overeenkomende identificatiecode verschijnen op het display.
Bijvoorbeeld:
E01
E02
...
Parametertype
Van toepassing op alle apparaten
Globale parameter, gedeeld door alle pompen in hetzelfde systeem met meerdere pompen
Alleen-lezen
Parameter
Required value (Vereiste
waarde)
Effective Required Value /
Werkelijke gewenste
waarde
Regulation Restart Value
[0÷100] (Regeling van de
herstartwaarde [0÷100])
Auto-start [OFF-ON]
(Automatische start [UIT-
AAN])
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
Meeteenheid
Beschrijving
bar/psi/rpm x
Deze parameter toont de BRON en de WAARDE van de actieve
10
vereiste waarde.
De visualisatiecycli tussen BRON en WAARDE doen zich voor om
de 3 seconden.
SOURCES:
• SP (SP): setpoint van de interne gewenste waarde met
betrekking tot de geselecteerde regelmodus.
• VL (UL): setpoint van de externe gewenste waarde van de
snelheid met betrekking tot de 0-10V ingang.
WAARDE kan een snelheid of een opvoerhoogte representeren,
naargelang de geselecteerde regelmodus: in het geval van een
opvoerhoogte wordt de drukeenheid bepaald door parameter P41.
bar/psi
De actieve vereiste waarde wordt berekend op basis van de
parameters P58 en P59.
De parameter werkt enkel in de regelmodi MSE of MSY.
Voor meer informatie over de berekening van P02, zie Par. 6.6.3.
%
Deze parameter bepaalt de startwaarde na het stoppen van de
pomp, als een percentage van de P01-waarde. Als de vereiste
waarde bereikt is en er geen verder verbruik is, stopt de pomp.
De pomp start opnieuw wanneer de druk daalt tot onder P03.
P03 is geldig wanneer:
• Hij geen 100% is (100%=uit)
• De regelmodus HCS, MSE of MSY is.
Standaard: 100%.
Als P04 = AAN, start de pomp automatisch na loskoppeling van
de voeding.
Als de pomp ingeschakeld is na de instelling P04 = UIT (zie par.
6.5.1), wordt ze gestopt, zodat de motor niet werkt en STP zal
knipperen (
STP
Standaard: AAN.
).
→
STP
35