26
Olie verversen:
Ontkalking van de verwarmingsspiraal:
Verkalkte apparaten verbruiken onnodig veel energie omdat het water slechts langzaam
wordt verwarmd en het overdrukventiel een deel van het water in de circulatie terugvoert
in de pomp.
Verkalkte apparatuur herkent u aan een hogere pijpleidingsweerstand.
Controleer de pijpleidingsweerstand door de hogedruklans van het pistool af te schroe-
ven en de hogedrukreiniger in te schakelen. Er komt een volle waterstraal uit het pistool.
Geeft de manometer nu een druk aan die groter is dan 25 bar, dan moet de machine
worden ontkalkt.
Om te ontkalken, gaat u als volgt te werk:
1.
Schroef de hogedruklans van het pistool af en ontkalk deze apart.
2.
Steek de aanzuigslang van het reinigingsmiddel in een reservoir
met de ontkalkingsoplossing.
3.
Zet de doseerklep op de hoogste concentratie.
4.
Schakel de hogedrukreiniger in.
De eerste olieverversing na ca. 50 bedrijfsuren.
Daarna moet de olie alle 500 bedrijfsuren
of jaarlijks vervangen worden.
Neem de olie-aflaatslang die aan de
olie-aflaatstop aangesloten is aan de
binnenkant van het apparaat.
Open de rode olie-invulstop aan de
bovenkant van de zwarte oliebak.
Open de afsluitdop aan het einde van de
slang. Laat de olie in een opvangbak lopen
en voer deze op verantwoorde wijze af.
Sluit het einde van de slang. Nieuwe olie
opvullen.
therm 635-1 - 875-1: 0,5 l - 10 W 60
therm 895-1 - 1525-1: 1,0 l - 10 W 60
therm 1000 RP - 1400 RP: 0,8 l - 10 W 60
Klein en groot onderhoud
5.
Houd het pistool in een aparte tank en druk op de trekker.
6.
Wacht tot na ca. een minuut de ontkalkingsvloeistof uit het pistool komt
(herkenbaar aan de witachtige kleur)
7.
Schakel de hogedrukreiniger uit en laat de kalkoplosser 15 - 20 minute
inwerken.
8.
Schakel de hogedrukreiniger nu weer in en spoel deze ca. 2 minuten lang met
schoon water.
9.
Controleer nu of de pijpleidingsweerstand weer een lagere waarde heeft.
Mocht de druk zonder hogedruklans nog steeds boven de 25 bar liggen, herhaal
dan het ontkalken nog een keer.
Kalkoplossers zijn bijtend!
Let op de gebruiksvoorschriften en de voorschriften ter voorkoming
van ongevallen. Draag beschermende kleding die het contact van de
ontkalker met uw huid, uw ogen of uw kleding voorkomt (bijv. hand-
schoenen, gezichtsbescherming etc.)
Brandstofinstallatie:
De brandstof kan vuildeeltjes bevatten of bij het vullen van brandstof kan er vuil of water
mee in de tank komen. Om de brandstofpomp te beschermen heeft het apparaat een
brandstoffilter. Controleer deze regelmatig op vervuiling en reinig deze indien
noodzakelijk.
Controleer ook de tank regelmatig op vervuiling. Maak de tank zonodig schoon.
Maak de brandstoftank leeg door middel van de aftapplug aan de onderkant van de tank.
Maak de tank en de brandstofleidingen zorgvuldig schoon.Draai de plug weer vast.
Voer het reinigingsmiddel en vervuilde brandstof op verantwoorde
wijze af.
Instelling ontstekingselectroden:
Voor een probleemloze werking van de ontsteking moet de instelling van de ontstekings-
electroden regelmatig (op zijn laatst na 500 bedrijfsuren) gecontroleerd worden.
27