Beschrijving Watersysteem Het water stroomt in een waterbak. Een vlotter regelt de watertoevoer. Daarna wordt het water door de hogedrukpomp onder druk toegevoerd aan de veiligheidsstraalpijp. Door de sproeikop van de straalpijp wordt de hogedrukstraal gevormd. Reinigings- en onderhoudsmiddelensysteem De hogedrukpomp kan tegelijkertijd een reinigings-/onderhoudsmiddel aanzuigen en bij de hogedrukstraal mengen.
Beschrijving Motorbeveiligingsschakelaar De pompmotor wordt door een motorbeveiligings- schakelaar beschermd tegen overbelasting. Bij overbelasting schakelt de motorbeveiligingsschakelaar de motor uit. Indien de blauwe knop niet op „automati- sche terugstelling“ ingesteld is moet deze manueel ingedrukt worden. Bij het herhaald uitschakelen van de motor door de motorbeveiligings-schakelaar moet eerst Blauwe knop in open de oorzaak worden verholpen.
Pagina 5
Veiligheidsrichtlijnen Parkeerrem De Kränzle therm is uitgerust met een parkeerrem die voorkomt dat de reiniger op een ongelijke ondergrond wegrolt. Zet de rem altijd vast als u met de machine werkt ! ! ! Rem vast Rem los Daarna kunt u de Om de richting te reinigingsmachine veranderen de hogedruk-...
Pagina 6
Beschrijving Warmtewisselaar Verwarmingsslang : 34 m lang - Inhoud: 5 l Water - Warmteprestatie: 70 k W De warmtewisselaar wordt door een hogedrukventilatorbrander verwarmd. Een ventilator (1) zuigt de koele frisse lucht via de onderzijde van het apparaat aan en drukt deze tussen de buitenmantel (2) en de binnenmantel (3) naar boven.
Pagina 7
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen ATTENTIE !!! Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de hoge- drukreiniger van het lichtnet gescheiden zijn. Zet de hoofdschakelaar in de stand „0“ en trek de stekker uit het stopcontact. Gebruik het apparaat niet wanneer electrische leidingen of andere veiligheidsrelevante delen (b.v. overdrukventiel, hogedrukslang, spuitinrichting etc.) defect zijn.
Pagina 8
Veiligheidsrichtlijnen De hoge-drukreiniger mag niet in brand- en explosiegevaarlijke ruimten worden opgesteld en gebruikt. De hoge-drukreiniger mag niet onder water worden gebruikt. Voor de verbranding is lucht nodig en er ontstaan verbrandingsgassen. Wordt de hoge-drukreiniger in afgesloten ruimten gebruikt, dan dient er te worden gezorgd voor een veilige afvoer van de verbrandingsgassen en voor voldoende ventilatie.
Pagina 9
Verboden ! De waterstraal nooit op mens of dier richten. De kabel niet beschadigen of onvakkundig repareren. Hogedrukslang niet met vouwen of lussen gebruiken. Slang niet over scherpe kanten trekken.
Pagina 10
Verboden ! Kinderen mogen niet met hogedrukreinigers werken! Spuit het apparaat niet onder hoge druk of met een waterstraal af! Richt de waterstraal niet op stopcontacten!
Inbedrijfstelling Electrische aansluiting De op het typeplaatje aangegeven spanning moet overeenstemmen met de spanning van de stroombron. De machine wordt geleverd met een aansluitkabel met netstekker. De stekker moet in een volgens voorschrift geïnstalleerd stopcontact met randaarde en 30 mA FI-beveiligingsschakelaar voor foutstromen worden gestoken.
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Zet de hogedrukreiniger vast met de parkeerrem. Open de rechter kap van de hogedrukreiniger (zonder uitlaatpijp) en controleer et oliepeil van de hogedrukpomp. Start de hogedrukreiniger niet, wanneer aan de oliepeilstaaf geen olie meer zichtbaar is. Vul zonodig olie bij. Vul de brandstoftank vóór de inbedrijfstelling met lichte stookolie.
Inbedrijfstelling Electrische aansluiting - Overtuig u ervan dat de hoofdschakelaar (1) op uit staat (stand „0“). Sluit de stroomkabel aan op een volgens Hauptschalter Hauptschalter voorschrift geïnstalleerd stopcontact met Pr es sur e randaarde en een 30 mA FI-beveiligings- b ar b ar 2 50 2 50...
Buitenbedrijfstelling Gebruik met reinigingsmiddelen (additieven) - Het reinigingsmiddel moet neutrale ph-waarde 7-9 hebben - Wacht tot de pomp de lucht uit de leidingen heeft gedrukt. - Steek de chemische zeef in een reservoir met reinigingsmiddel. - Draai de reinigingsmiddelkraan open. De pomp zuigt nu het reinigingsmiddel aan en mengt dit bij de hogedrukstraal.
Klein en groot onderhoud Bescherming tegen vorst De hogedrukreiniger is normaal na gebruik nog deels gevuld met water. Daarom is het nodig om bijzondere maatregelen te treffen om de hogedrukreiniger te beschermen tegen vorst. Tap de hogedrukreiniger helemaal af. Ontkoppel daarvoor de hogedrukreiniger van de watertoevoer en schakel de ontsteking uit.
Klein en groot onderhoud Olie verversen Neem de olie-aflaatslang (1) die aan de olie- aflaatstop aangesloten is aan de binnenkant van het apparaat. Open de rode olie-invulstop aan de bovenkant van de zwarte oliebak. Open de afsluitdop aan het einde van de slang. Laat de olie in een opvangbak lopen en voer deze op verantwoorde wijze af.
Klein en groot onderhoud Ontkalking van de warmwaterslang Verkalkte apparaten verbruiken onnodig veel energie omdat het water slechts langzaam wordt verwarmd en het overdrukventiel een deel van het water in de circulatie terugvoert in de pomp. Verkalkte apparatuur herkent u aan een hogere pijpleidingsweerstand.
Klein en groot onderhoud Voorschriften, verordeningen, tests Door Kränzle uitgevoerde tests - aarddraadweerstandsmeting - spannings- en stroommeting - test op spanningsvastheid met +/- 1530 V - druktest warmwaterslang met 300 bar - visuele controle en controle op de werking vlg. bijgaand testblad - verbrandingsgasanalyse (zie bijgaande teststroken) Richtlijnen voor vloeistofstraalpijpen De machine voldoet aan de „Richtlijnen voor vloeistofstraalpijpen“.
Functiebeschrijving - storingsdetectie ATTENTIE !!! Alvorens werkzaamheden aan de machine uit te voeren de stekker uit het stopcontact trekken! hoofdschakelaar Hauptsc halter Hauptschalter P ress ure 1 50 1 50 1A ontsteking op UIT/AAN 10 0 10 0 20 0 20 0 ba r ba r...
Functiebeschrijving - storingsdetectie Gebruik met koud water 1. Watertoevoer aansluiten en controleren of de vlotterkast volloopt en het vlotterventiel de watertoevoer stopt. 2. Ontsteking (schakelaar 1A) op UIT. 3. Hoofdschakelaar AAN. 4. Hogedrukpistool openen. De pomp zuigt het water direct uit de vlotterbak en pompt het water door de verwarmingsspiraal naar de straalpijp, de druk wordt opgebouwd.
Pagina 21
Functiebeschrijving - storingsdetectie Het draaithermostaat wordt via een temperatuurvoeler gestuurd die aan het einde van de verwarmingsspiraal gemonteerd is. In de electroverdelingskast ( 11 ) die aan de brandkamer gemonteerd is bevindt zich een zekering die de motor (9) voor de brandstofpomp en de ventilator afzekerd. Indien de motor overbelast wordt brandt deze zekering door.
Het opsporen van storingen OPGELET!!! Voor werkzaamheden aan de machine stekker uit het stopcontact trekken! Storing Oorzaak/Maatregels Watertoevoer Vlotterbak loopt over. Vlotterventiel vuil. Vlotterventiel defect. Vlotterbak loopt niet vol Waterfilter vervuild. Hoeveelheid watertoevoer controleren. Pomp zuigt niet aan. Ventielen verkleeftt of vervuild. Aanzuigslang lekt.
Pagina 23
Het opsporen van storingen Storing Oorzaak/Maatregels Apparaat springt niet aan Stroomaansluiting controleren. Hoofdschakelaar controleren. Kabelaansluitingen controleren. Printplaat controleren. Drukschakelaar controleren. (Overspanningsrelais heeft uitgeschakeld.) Verwarming (Brander) Brandstofpomp / Ventilator loopt Ingestelde watertemperatuur bereikt. maar de brander verwarmt niet. Temperatuur aan draaithermostaat verhogen. Pistool openen tot temperatuur daalt.
Het opsporen van storingen Storing Oorzaak / Maatregels Ontsteking werkt niet Bougiekabel controleren. Steekcontacte door vochtigheid versmoort. Kabelbreuk Aansluitingen van de ontstekingstrafo controleren Trafo defect. Bougie verkeerd ingesteld of afgebrand Ventilator loopt niet Ventilator-/brandstofpompmotor defect. Electronica controleren. Zekering in de klemmenkast controleren. Koppeling tussen brandermotor en brandstofpomp defect.
Garantie Garantie De garantie geldt uitsluitend voor materiaal- en productiefouten, slijtage valt niet onder de garantie. De machine moet volgens het bedrijfsvoorschrift bedreven worden. Het bedrijfsvoorschrift vormt een deel van de garantiebepalingen. Voor apparaten die aan privé gebruikers verkocht worden bedraagt de garantietijd 24 maanden, bij commercieel gebruik 12 maanden.