Buiten gebruik stellen - Vorstbeveiliging
24
01. Zet het apparaat uit - Hoofdschakelaar op „0"- stelling
02. Sluit de watertoevoer
03. Open het spuitpistool even tot de druk eraf is
04. Vergrendel het pistool
05. Koppel de waterslang en het spuitpistool af
06. Pomp laten leeg lopen: motor ca. 20 seconden inschakelen
07. Haal de stekker uit het stopcontact
08. Hogedrukslang schoonmaken en oprollen. Trommel fixeren
09. De elektrische kabel zuiver maken en opwikkelen
10. Reinig het waterfilter
Vorstbeveiliging
De hogedrukreiniger is normaal na gebruik nog deels gevuld met water.
Het apparaat helemaal aftappen om tegen vorst te beschermen:
Ontkoppel daarvoor de hogedrukreiniger van de watertoevoer en schakel de ontsteking
uit. Schakel de hoofdschakelaar in en zet het pistool open. De pomp drukt nu het restant
water uit de waterbak, pomp en verwarmingsspiraal.
Laat de hogedrukreiniger zonder water echter niet langer dan een minuut lopen.
Is de hogedrukreiniger langere perioden buiten bedrijf, met name in de winter, dan is het
raadzaam om een antivriesmiddel toe te voegen: Vul het antivriesmiddel in de waterbak
en schakel het apparaat zonder ontsteking in. Wacht met geopend pistool tot het middel
uit de sproeier komt.
De beste bescherming tegen vorst is echter nog steeds om de hogedrukreiniger
op een vorstvrije plaats te bewaren.
Klein en groot onderhoud
Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de hogedrukreiniger van
het stroomnet gescheiden zijn. Zet de hoofdschakelaar in de stand
„0" en trek de stekker uit het stopcontact.
Wekelijks of na ca. 40 bedrijfsuren:
-
Controleer het oliepeil van de hogedrukpomp. Als het oliepeil te laag is de olie
opvullen tot het peil tussen de twee markeringen
op de oliemeetstaaf staat. Heeft de olie een grijze
of witachtige kleur, dan moet de olie worden ververst.
}
Voer de olie op een verantwoorde manier af.
o.k.
therm-1
therm RP
-
Controleer het waterfilter vóór de vlotter bij de waterbak en het brandstoffilter
vóór de magneetklep. Maak de filters eventueel schoon.
Jaarlijks of na ca. 500 bedrijfsuren:
-
Ontzwavel en ontroet de verwarmingsspiral.
-
Verwarmingsspiraal op verkalking controleren, indien nodig ontkalken.
-
Controleer de oliebrander en de ontstekingsinstallatie.
-
Maak de oliesproeikop, het oliefilter, de magneetklep en de zeef schoon, maak
de ontstekingstrafo, de ontstekingskabel, de ontstekingselectroden schoon resp.
stel ze bij, vervang defecte onderdelen.
-
Olie verversen
Olielekkage: Bij olieverlies onmiddellijk de klantendienst (handelaar)
contacteren. (Milieuschade, technische schade, verlies van de garan-
tie)
Bij hoge luchtvochtigheid en wisselende temperatuur is het mogelijk
dat condenswater wordt gevormd (de olie is dan grijs); in dit geval
moet de olie verversd worden.
25