Controles vóór inbedrijfstelling – Koelvloeistofstand controleren
5.6 Koelvloeistofstand controleren
Afb. 56
Afb. 57
Afb. 58
AANWIJZING!
Gevaar van motorschade!
–
B-SYM-1072
–
–
Veiligheidsuitrusting:
1.
Koelvloeistofstand controleren bij het expansievat.
ð De koelvloeistofstand moet tussen de "MIN"- en "MAX"-
markering liggen.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door hete vloeistof!
–
–
B-720-0109
2.
Om bij te vullen de omgeving van de vulopening reinigen.
3.
Deksel eraf nemen en koelvloeistof bijvullen tot aan de
"MAX"-markering.
4.
Deksel sluiten.
B-720-0059
D.ONE
Als bij de dagelijkse controle een daling van
het koelvloeistofpeil wordt vastgesteld, alle lei-
dingen, slangen en de motor controleren op
dichtheid.
Geen koelerdichtmiddel voor de eliminering
van lekkages gebruiken.
Alleen koelvloeistof met toegelaten specificatie
Ä Hoofdstuk 8.3.3 „Koelvloeistof"
gebruiken
op pagina 113.
n
Beschermende werkkleding
n
Werkschoenen
n
Werkhandschoenen
n
Veiligheidsbril
Radiatoroverloop alleen openen bij koude
motor.
Persoonlijke beschermende uitrusting dragen
(werkhandschoenen, beschermende werkkle-
ding, veiligheidsbril).
73