Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud - Bedrijfsstoffen; Motorolie; Oliekwaliteit; Olieviscositeit - Dynapac D.ONE Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

8.3 Bedrijfsstoffen

8.3.1 Motorolie

8.3.1.1

Oliekwaliteit

8.3.1.2

Olieviscositeit

8.3.1.3
Olieverversingsintervallen
De volgende specificaties voor motorolie zijn toegelaten:
n
Motorolie volgens API-classificatie CF, CF-4, CG-4, CH-4 und
CI-4
Wij raden aan om bij bedrijf met zwavelrijke brandstof een motor-
olie van de API-classificatie CF of beter te gebruiken, die een
totaal basisgetal van minstens 10 bezit.
Mengingen van motorolies vermijden.
In Noord-Amerika alleen asarme motorolies gebruiken.
Omdat de viscositeit (taaivloeibaarheid) van motorolie met de tem-
peratuur verandert is voor de keuze van de viscositeitsklasse
(SAE-klasse) de omgevingstemperatuur op de plaats van gebruik
van de motor maatgevend.
De temperatuuropgaven van de SAE-klasse hebben altijd betrek-
king op verse olie. In het rijbedrijf veroudert motorolie door roet- en
brandstofresten. Daardoor verslechteren, met name bij lage buiten-
temperaturen, de eigenschappen van de motorolie duidelijk.
Optimale bedrijfsomstandigheden bereikt u als u zich oriënteert
aan de volgende olieviscositeitstabel.
Omgevingstemperatuur
hoger dan 25 °C (77 °F)
-10 °C tot 25 °C (14 °F tot
77 °F)
lager dan - 10 °C (14 °F)
Als de olieverversingsintervallen niet binnen één jaar bereikt
worden, dan moet een motorolieverversing onafhankelijk van het
aantal bereikte bedrijfsuren minstens 1 x per jaar worden uitge-
voerd.
Het olieverversingsinterval moet gehalveerd worden wanneer het
zwavelgehalte in de brandstof boven de 0,5 % ligt.
D.ONE
Onderhoud – Bedrijfsstoffen
Olieviscositeit
SAE 30
SAE 10W-30
SAE 15W-40
SAE 10W-30
SAE 15W-40
SAE 10W-30
111

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave