Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Dynapac D.ONE Gebruiksaanwijzing En Onderhoudshandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor D.ONE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding
Originele gebruiksaanwijzing
D.ONE
Multifunctionel e wals
S/N 101 924 95 1001>
DL 8 203 95 NL
© 03/2023

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Dynapac D.ONE

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding Originele gebruiksaanwijzing D.ONE Multifunctionel e wals S/N 101 924 95 1001> DL 8 203 95 NL © 03/2023...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    3.8.1 Personen in de gevarenzone..................... 37 3.8.2 Met de machine rijden........................ 37 3.8.3 Rijden op hellingen........................37 3.8.4 Dwarshelling..........................38 3.8.5 Werkbedrijf met trillen........................ 38 3.8.6 Machine parkeren........................38 3.9 Tanken............................39 3.10 Wat te doen in noodsituaties....................40 D.ONE...
  • Pagina 4 4.4.7 Starttoets............................ 62 4.4.8 Tuimelschakelaar Trillen......................63 4.4.9 Noodstop-schakelaar......................... 63 4.4.10 Knop signaalhoorn........................63 4.4.11 Controlelamp radiobedrijf......................64 4.5 Indicatie Dynapac Compaction Indicator (DCI)................ 65 Controles vóór inbedrijfstelling......................67 5.1 Veiligheidsinstructies......................... 68 5.2 Zicht- en functiecontroles......................69 5.3 Dagelijks onderhoud........................70 5.3.1 Motoroliepeil controleren......................
  • Pagina 5 6.4 Werkbedrijf met trillen........................ 92 6.4.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies..............92 6.4.2 Trillen Automatisch........................92 6.4.3 Trillen handmatig........................94 6.5 Dynapac Compaction Indicator (DCI)..................96 6.6 Machine beveiligd neerzetten....................97 6.7 Accu afstandsbediening (radiobedrijf)..................99 6.7.1 Accu vervangen......................... 99 6.7.2 Accu laden in de machine......................100 6.7.3 Accu laden in het externe laadapparaat...................
  • Pagina 6 10.3.1 Inleidende opmerkingen en veiligheidsinstructies..............167 10.3.2 Huis van de rijaandrijving en van de opwekas controleren............ 167 10.4 Bezetting van zekeringen....................... 169 10.4.1 Veiligheidsinstructies......................169 10.4.2 Zekeringbox........................... 169 10.4.3 Hoofdzekeringen........................170 10.5 Motorstoringen........................171 10.6 Storingen afstandsbediening (kabelbedrijf)................. 174 10.7 Storingen afstandsbediening (radiobedrijf)................. 176 D.ONE...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 10.8 Storingen Active Zone System....................177 10.9 Storingen DCI.......................... 178 10.10 Foutcode-indicatie........................ 179 10.11 Invoercodes via de indicatie-eenheid invoeren..............180 Verwerking............................183 11.1 Machine definitief stilleggen....................184 Aanhangsel............................185 12.1 Foutcodelijst..........................186 12.2 Invoercode voor de besturing....................198 D.ONE...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave D.ONE...
  • Pagina 9: Inleiding

    Inleiding Inleiding D.ONE...
  • Pagina 10: Inleiding - Voorwoord

    U heeft geen recht op garantie bij bedieningsfouten, gebrekkig onderhoud of bij het gebruik van niet toegelaten bedrijfsstoffen. Gebruik voor uw eigen veiligheid alleen originele Dynapac onder- delen. Wij bieden voor uw machine service kits aan, om het onderhoud voor u te vergemakkelijken.
  • Pagina 11 Bovendien kunt u de catalogus van onderdelen opvragen met ver- melding van het serienummer van uw machine. Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door de hierboven en hieronder vermelde informatie onaangetast. Wij wensen u veel succes met uw Dynapac machine. D.ONE...
  • Pagina 12: Inleiding - Machinetypeplaatje En Motortypeplaatje

    Afstandsbediening NOVA-L BM-TX (1): Ontvanger MFSHL BM-RX (2): Type: RF-Band: Production-No.: System-No.: B-720-0149 Afb. 2: Typeplaatje afstandsbedie- ning/ontvanger (voorbeeld) Gelieve hier in te vullen: Motortype (1): MADE IN ITALY Motornummer (2): Model Spec. B-KOH-0001 Afb. 3: Typeplaatje van de motor (voorbeeld) D.ONE...
  • Pagina 13: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens D.ONE...
  • Pagina 14 1000 1275 1897 (39) (20.5) (50) (7.8) (75) (0.6) (33.5) (24) Maten in millimeter (Maten in inch) Gewichten Bedrijfsgewicht 1595 (3516) (lbs) Eigengewicht 1585 (3494) (lbs) Gemiddelde asbelasting (1759) (lbs) Gladde bandage (speciale uitrusting) - 45 (- 99) (lbs) D.ONE...
  • Pagina 15 2600 Soort aandrijving hydrostatisch Bandage aangedreven Remmen Bedrijfsrem hydrostatisch Handrem hydromechanisch Besturing Soort besturing Knikscharnier Bediening van de besturing hydrostatisch Opweksysteem Trillende bandage voor + achter Soort aandrijving hydraulisch Frequentie (2520) (vpm) Amplitude 1/2 standaard bandage 1,12/0,56 (0.044/0.022) (in) D.ONE...
  • Pagina 16 8 ... 30 Krachtontneming bij 12 V Beschermklasse IP 55 Frequentie beschermveld Transponder in afstandsbediening Spanning (kabelbedrijf) 9 ... 30 Spanning (accubedrijf) Zendfrequentiebereik 868/916 Antenne beschermveld Beschermklasse IP 55 Zender Frequentieband F-band Zendfrequentiebereik 868/916 Aantal kanalen Krachtontneming ca. 10 D.ONE...
  • Pagina 17: Technische Gegevens - Geluidsgegevens

    Geluidsdrukniveau op de bedie- = 84 dB(A), vastgesteld volgens ISO 11201 en EN 500. ningsplaats WAARSCHUWING! Gehoorverlies door hoge lawaaibelasting! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (gehoorbescherming). Gegarandeerd geluidsniveau = 109 dB(A), vastgesteld volgens ISO 3744 en EN 500. D.ONE...
  • Pagina 18 Technische gegevens – Geluidsgegevens D.ONE...
  • Pagina 19: Voor Uw Veiligheid

    Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid D.ONE...
  • Pagina 20: Voor Uw Veiligheid - Fundamentele Voorwaarden

    WAARSCHUWING! Levensgevaar of gevaar van zware verwon- dingen bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot de dood of zware verwon- dingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. D.ONE...
  • Pagina 21: Persoonlijke Beschermende Uitrusting

    Werkschoenen Ter bescherming tegen zware vallende delen en uit- glijden op een gladde ondergrond. Werkhandschoenen Ter bescherming van de handen tegen schaafwonden, steken of diepere verwondingen, tegen irriterende en bijtende stoffen en tegen verbrandingen. D.ONE...
  • Pagina 22: Doelmatig Gebruik

    De machine mag alleen worden gebruikt voor: Verdichting van vette gronden bij graafwerkzaamheden Aanaarden van constructies Grondverzetwerkzaamheden bij de aanleg van kanalen en buisleidingen Grondverzetwerkzaamheden bij de aanleg van sporen en baanlichamen Grondverzetwerkzaamheden bij de aanleg van stortplaatsen Onderbouw- en fundamentwerkzaamheden D.ONE...
  • Pagina 23: Niet-Doelmatig Gebruik

    Als de volgende randvoorwaarden worden aangehouden, dan ligt de gebruiksduur van de machine gewoonlijk in het bereik van meerdere duizenden bedrijfsuren: Regelmatige veiligheidscontrole door een deskundige / bekwame persoon Tijdige uitvoering van de voorgeschreven onderhoudswerk- zaamheden Onmiddellijke uitvoering van vereiste reparatiewerkzaamheden Uitsluitend gebruik van originele onderdelen D.ONE...
  • Pagina 24: Voor Uw Veiligheid - Begripsdefinitie Van De Verantwoordelijke Personen

    Neem de nationale wetten en voorschriften in acht. Rechten, plichten en gedragsregels voor de bestuurder resp. de bediener: De bestuurder resp. de bediener moet: over zijn rechten en plichten geïnstrueerd zijn, een voor de inzetvoorwaarden adequate beschermende uitrus- ting dragen, de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben, D.ONE...
  • Pagina 25 Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of ver- dovende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren. Onderhoud en reparatie vereisen speciale kennis en mogen alleen door opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd. D.ONE...
  • Pagina 26: Voor Uw Veiligheid - Grondslagen Voor Het Veilige Bedrijf

    3.3.4 Beschadigingen, gebreken, misbruik van veiligheidsinrichtingen Machines die functioneel en in het verkeer niet veilig zijn, moeten onmiddellijk buiten bedrijf gesteld en mogen tot aan reparatie zoals voorgeschreven niet ingezet worden. Veiligheidsinrichtingen en -schakelaars mogen niet verwijderd of onwerkzaam gemaakt worden. D.ONE...
  • Pagina 27: Voor Uw Veiligheid - Omgang Met Bedrijfsstoffen

    Maatregelen bij onopzettelijk vrijkomen Hantering en opslag Begrenzing en bewaking van de blootstelling/Persoonlijke beschermende uitrusting Fysische en chemische eigenschappen Stabiliteit en reactiviteit Toxicologische opgaven Opgaven met betrekking tot het milieu Informatie over de verwerking Opgaven over het transport Wetgeving Overige informatie D.ONE...
  • Pagina 28: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Dieselbrandstof

    MILIEU! Dieselbrandstof is schadelijk voor het milieu! – Dieselbrandstof altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste dieselbrandstof meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voorschriften verwerken. – Dieselbrandstof en brandstoffilters volgens de voorschriften verwerken. D.ONE...
  • Pagina 29: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Olie

    MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Olie en oliefilters milieuvriendelijk verwerken. D.ONE...
  • Pagina 30: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Hydraulische Olie

    VOORZICHTIG! Gezondheidsgevaar door contact met hydrauli- sche olie! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding). – Oliedampen niet inademen. – Contact vermijden. VOORZICHTIG! Slipgevaar door gemorste olie! – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel. D.ONE...
  • Pagina 31: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Koelvloeistof

    Koelvloeistof is schadelijk voor het milieu! – Koelvloeistof en koelvloeistofadditieven altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voor- schriften. – Gemorste koelvloeistof meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Koelvloeistof volgens de voorschriften ver- werken. D.ONE...
  • Pagina 32: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Accuzuur

    – Bij werkzaamheden aan de accu geen sie- raden (horloges, kettingen enz.) dragen. – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding, veiligheidsbril). MILIEU! Accuzuur is schadelijk voor het milieu! – Accu en accuzuur milieuvriendelijk verwerken. D.ONE...
  • Pagina 33: Machine Laden / Lossen / Transport

    Bij het optillen erop letten dat de last niet ongecontroleerd gaat bewegen. Indien vereist de last onder controle houden met behulp van leikabels. Na het transport de knikscharnierbeveiliging losmaken, aangezien de machine anders niet gestuurd kan worden. D.ONE...
  • Pagina 34: Voor Uw Veiligheid - Machine In Bedrijf Nemen

    Na het starten alle indicatie-instrumenten controleren. Uitlaatgassen niet inademen, omdat deze giftige stoffen bevatten die schade aan de gezondheid, bewusteloosheid of de dood tot gevolg kunnen hebben. Bij bedrijf in gesloten of gedeeltelijk gesloten ruimtes voor vol- doende ventilatie zorgen. D.ONE...
  • Pagina 35: Motor Starten Met Accukabels

    Bij ver- keerde aansluiting ontstaat ernstige schade aan de elektrische installatie. Motor nooit starten door kortsluiten van de elektrische aanslui- tingen aan de starter, omdat de machine zich onmiddellijk in bewe- ging kan zetten. D.ONE...
  • Pagina 36: Voor Uw Veiligheid - Gebruik Met Draadloze Afstandsbediening

    De afstandsbediening nooit zonder toezicht ergens laten liggen. Als er tegelijkertijd meerdere machines in gebruik zijn, moeten vóór inbedrijfstelling de systeemnummers op afstandsbediening en ont- vanger worden vergeleken om per ongeluk starten van een andere machine in het bereik uit te sluiten. D.ONE...
  • Pagina 37: Voor Uw Veiligheid - Met De Machine Rijden, Werkbedrijf

    Op hellingen voorzichtig en altijd in een rechte lijn naar boven of beneden rijden. De bodemgesteldheid en weersinvloeden hebben invloed op het stijgvermogen van de machine. Een vochtige of losse ondergrond vermindert het contact met de grond van de machine bij hellingen aanzienlijk. Verhoogd ongeval- lenrisico! D.ONE...
  • Pagina 38: Dwarshelling

    Geparkeerde machines die een hindernis vormen, door opvallende maatregelen afschermen. Bij het parkeren op hellingen de machine door geschikte maatre- gelen beveiligen tegen wegrollen. D.ONE...
  • Pagina 39: Voor Uw Veiligheid - Tanken

    Geen brandstof morsen. Uitlopende brandstof opvangen, niet in de grond weg laten sijpelen. Gemorste brandstof wegvegen. Vuil en water ver houden van de brandstof. Een ondichte brandstoftank kan tot een explosie leiden. Voor een dichte zitting van de tankdop zorgen, evt. meteen vervangen. D.ONE...
  • Pagina 40: Voor Uw Veiligheid - Wat Te Doen In Noodsituaties

    Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden. Voor personen bestaat levensgevaar, als ze onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Bij het optillen erop letten dat de last niet ongecontroleerd gaat bewegen. Indien vereist de last onder controle houden met behulp van leikabels. D.ONE...
  • Pagina 41: Voor Uw Veiligheid - Onderhoudswerkzaamheden

    Geen werkzaamheden uitvoeren aan het brandstofsysteem bij lopende motor. Levensgevaar door hoge drukken! Stilstand van de motor afwachten en ca. 15 minuten wachten. Bij het eerste proefdraaien niet in de gevarenzone komen. Bij ondichtheden meteen een werkplaats opzoeken. Motorolie bij bedrijfstemperatuur aflaten. Verbrandingsgevaar! D.ONE...
  • Pagina 42: Werkzaamheden Aan Elektrische Installatiedelen En De Accu

    Nooit benzine of andere licht ontvlambare stoffen gebruiken voor de reiniging. Bij het reinigen met een hogedrukreiniger alle elektrische compo- nenten en isolatiemateriaal niet blootstellen aan een directe straal resp. deze van tevoren afdekken. Waterstraal niet direct in de uitlaat en het luchtfilter houden. D.ONE...
  • Pagina 43: Maatregelen Bij Langere Stillegging

    Ä Hoofdstuk 8.13.7 „Maatregelen bij langere stillegging van de machine” op pagina 154. Het vastleggen van een maximale opslagduur is als deze maatre- gelen worden getroffen niet vereist. 3.11.7 Na de onderhoudswerkzaamheden Alle bescherminrichtingen weer aanbrengen. Alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren weer sluiten. D.ONE...
  • Pagina 44: Voor Uw Veiligheid - Reparatie

    Voor uw veiligheid – Reparatie 3.12 Reparatie Bij defecte machine waarschuwingsbord aanbrengen. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskun- dige/bevoegde persoon. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. D.ONE...
  • Pagina 45: Voor Uw Veiligheid - Bebording

    Voor uw veiligheid – Bebording 3.13 Bebording Stickers en borden volledig en leesbaar houden en absoluut in acht nemen. Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. D.ONE...
  • Pagina 46 Inbetriebnahme wöchentlich avant la mise en service hebdomadairement anterior a la puesta en servicio cada semana annual / 250 h jährlich / 250 h annuellement / 250 h anualmente / 250 h B-924-0047 Afb. 11 D.ONE...
  • Pagina 47 Voor uw veiligheid – Bebording Dynapac Coolant200 Part No.: 4812163290 (25 l) Dynapac Engine Oil 200 API CJ-4 / ACEA E9/E7 Part No.: 4812161855 (5 l) / 4812161856 (20 l) Hydraulic Oil B-924-0064 Afb. 12 Waarschuwingsbord - pletgevaar Afb. 13...
  • Pagina 48 B-DEC-0197 Afb. 15 Waarschuwingsbord - California Proposition 65 WARNING California Proposition 65 Warning This product contains chemicals that cause cancer + chemicals that are reproductive toxicants B-DEC-0316 Afb. 16 Verbodsbord - hogedrukreinigen Afb. 17 D.ONE...
  • Pagina 49 Voor uw veiligheid – Bebording Gebodsbord - gehoorbescherming dragen Afb. 18 Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 19 Informatiebord - ophefpunt Afb. 20 Informatiebord - ultrazwavelarme brandstof Afb. 21 D.ONE...
  • Pagina 50 Informatiebord - koelvloeistof Dynapac Coolant200 Part No.: 4812163290 (25 l) B-DEC-0397 Afb. 22 Informatiebord - asarme motorolie Dynapac Engine Oil 200 API CJ-4 / ACEA E9/E7 Part No.: 4812161855 (5 l) / 4812161856 (20 l) B-924-0042 Afb. 23 Informatiebord - vulopening diesel...
  • Pagina 51 Voor uw veiligheid – Bebording Informatiebord - accu isoleren B-DEC-0219 Afb. 26 Informatiebord - laag rijniveau B-DEC-0272 Afb. 27 Informatiebord - motorstart B-DEC-0198 Afb. 28 Kort bedieningsbord START AUTOMATIC START OPERATION AUTOMATIC AUTOMATIC STOP STOP 1-2 MINUTEN AUTOMATIC B-DEC-0195 Afb. 29 D.ONE...
  • Pagina 52 / 250 h B-DEC-0320 Afb. 30 Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 31 Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 32 D.ONE...
  • Pagina 53: Voor Uw Veiligheid - Veiligheidscomponenten

    Voor uw veiligheid – Veiligheidscomponenten 3.14 Veiligheidscomponenten B-720-0146 Afb. 33 Noodstop-schakelaar Beschermkap Besturing Accuhoofdschakelaar Drukbegrenzingsklep Bescherminrichtingen voor de detectie van personen Knikscharnierbeveiliging Motorkap D.ONE...
  • Pagina 54 Voor uw veiligheid – Veiligheidscomponenten D.ONE...
  • Pagina 55: Display- En Bedieningselementen

    Display- en bedieningselementen Display- en bedieningselementen D.ONE...
  • Pagina 56: Display- En Bedieningselementen - Tuimelschakelaar Bedrijfsmodus

    Display- en bedieningselementen – Tuimelschakelaar bedrijfsmodus B-720-0042 Afb. 34 Afstandsbediening Wipschakelaar bedrijfsmodus Indicatiemodule Accuhoofdschakelaar Indicatie DCI (speciale uitrusting) 4.1 Tuimelschakelaar bedrijfsmodus Stand "Links" Kabelbedrijf Stand "Rechts" Radiobedrijf B-720-0013 Afb. 35 D.ONE...
  • Pagina 57: Display- En Bedieningselementen - Indicatiemodule

    Display- en bedieningselementen – Indicatiemodule 4.2 Indicatiemodule B-720-0035 Afb. 36 Controle- en waarschuwingslampen Indicatieveld voor bedrijfsuren en foutcodes Functietoets F2 Functietoets F1 D.ONE...
  • Pagina 58 Waarschuwingslamp kantel- Brandt als de kantelhoek van de machine zijdelings meer dan 45° hoek of in rijrichting meer dan 60° bedraagt. Motor wordt afgezet. Om verder te rijden de motor opnieuw starten en de machine voorzichtig uit de gevarenzone rijden. D.ONE...
  • Pagina 59: Display- En Bedieningselementen - Accuhoofdschakelaar

    Accuhoofdschakelaar vergrendeld Normale stand, bedrijf Tegen de klok in Accuhoofdschakelaar uittrekbaar draaien Isoleert accu’s van het boordnet, bijv. ter beveiliging tegen onbevoegd gebruik Afzonderlijke besturingsapparaten kunnen ondanks uitgetrokken accu- hoofdschakelaar verder met het B-720-0073 boordnet zijn verbonden Afb. 37 D.ONE...
  • Pagina 60: Display- En Bedieningselementen - Afstandsbesturing

    Tuimelschakelaar trillen selectie Tuimelschakelaar rijniveaus Tuimelschakelaar motortoerental Rijhendel Starttoets Startschakelaar Tuimelschakelaar Trillen Noodstop-schakelaar 10 Controlelamp radiobedrijf 11 Knop signaalhoorn 4.4.1 Stuurhendel Naar links drukken Machine stuurt naar links Naar rechts drukken Machine stuurt naar rechts AUTOMATIC B-720-0023 Afb. 39 D.ONE...
  • Pagina 61: Tuimelschakelaar Trillen Selectie

    Afb. 40 4.4.3 Tuimelschakelaar rijniveaus Stand "Voor" Rijniveau 2 Stand "Achter" Rijniveau 1 Het trillen wordt in rijniveau 2 automatisch uitge- schakeld. B-720-0021 Afb. 41 4.4.4 Tuimelschakelaar motortoerental Stand "Voor" Stand volle last Stand "Achter" Stationaire stand B-720-0020 Afb. 42 D.ONE...
  • Pagina 62: Rijhendel

    Stand "I" Ontsteking in, laadcontrolelamp en waarschuwingslamp motoroliedruk branden (testfunctie). Bij lage temperaturen brandt de contro- lelamp voorgloeien op de indicatiemo- dule. B-720-0040 Afb. 44 4.4.7 Starttoets Startschakelaar stand Motor start. "I" en startknop indrukken B-720-0076 Afb. 45 D.ONE...
  • Pagina 63: Tuimelschakelaar Trillen

    Hij vergrendelt in eindstand automatisch. De machine wordt meteen afgeremd. De motor wordt afgezet. Uitschakelen/Ontgren- Noodstopschakelaar tot de aanslag naar delen boven trekken. B-SWI-1588 Afb. 47 4.4.10 Knop signaalhoorn Indrukken Signaalhoorn weerklinkt B-720-0075 Afb. 48 D.ONE...
  • Pagina 64: Controlelamp Radiobedrijf

    B-720-0037 1 minuut voor het uitschakelen klinkt bovendien een waarschuwingssignaal. Afb. 49 Afstandsbediening al bij oplichten aan de kabel aansluiten en machine omschakelen op kabelbedrijf (accu wordt geladen) of accu vervangen. D.ONE...
  • Pagina 65: Display- En Bedieningselementen - Indicatie Dynapac Compaction Indicator (Dci)

    Display- en bedieningselementen – Indicatie Dynapac Compaction Indicator (DCI) 4.5 Indicatie Dynapac Compaction Indicator (DCI) De DCI geeft de verdichtingstoestand van de te verdichten laag aan. Beschrijving van de indicatiemogelijkheden Ä Hoofdstuk 6.5 „Dynapac Compaction Indicator (DCI)” op pagina 96.
  • Pagina 66 Display- en bedieningselementen – Indicatie Dynapac Compaction Indicator (DCI) D.ONE...
  • Pagina 67: Controles Vóór Inbedrijfstelling

    Controles vóór inbedrijfstelling Controles vóór inbedrijfstelling D.ONE...
  • Pagina 68: Veiligheidsinstructies

    – Bij werkzaamheden aan de machine garan- deren, dat de motor niet kan worden gestart. Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Beschermkappen openen en borgen. Na afsluiten van de werkzaamheden beschermkappen weer sluiten. D.ONE...
  • Pagina 69: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Zicht- En Functiecontroles

    Brandstoftank en brandstofleidingen controleren op toestand en dichtheid. Koelsysteem controleren op vervuiling, beschadigingen en dichtheid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Motor en uitlaatsysteem controleren op dichtheid. Riemaandrijving controleren op beschadiging. Machine en afstandsbediening controleren op vervuiling en beschadigingen. D.ONE...
  • Pagina 70: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Dagelijks Onderhoud

    ð Het oliepeil moet tussen de "MIN"- en "MAX"-markering liggen. B-720-0121 Afb. 52 Om bij te vullen de omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf schroeven en motorolie bijvullen tot aan de "MAX"-markering. Oliepeilstok erin steken. Deksel sluiten. B-720-0122 Afb. 53 D.ONE...
  • Pagina 71: Brandstofvoorraad Controleren, Tanken

    114. Vulstand aan de brandstoftank controleren. Indien nodig bijtanken, daarvoor de motor altijd afzetten. Tanken Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Omgeving van de vulopening reinigen. Diesel Deksel eraf schroeven en brandstof bijvullen. Deksel sluiten. B-720-0085 Afb. 55 D.ONE...
  • Pagina 72: Hydraulische Oliepeil Controleren

    Bij een lekkage in de buurt van de bandage kan hydraulische olie binnendringen in het huis van de rijaandrijving of van de opwekas. Huis van de rijaandrijving resp. opwekas controleren Ä Hoofdstuk 10.3 „Lekkage van hydraulische olie” op pagina 167. D.ONE...
  • Pagina 73: Koelvloeistofstand Controleren

    – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen B-720-0120 (werkhandschoenen, beschermende werkkle- Afb. 59 ding, veiligheidsbril). Om bij te vullen de omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf nemen en koelvloeistof bijvullen tot aan de "MAX"-markering. Deksel sluiten. B-720-0059 Afb. 60 D.ONE...
  • Pagina 74: Rubber Buffer Controleren

    5.3.5 Rubber buffer controleren B-SYM-1073 Afb. 61 Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Zes rubber buffers aan de voorste en zes rubber buffers aan de achterste as controleren op vast zitten, scheuren en barsten. Beschadigde rubber buffers meteen vernieuwen. B-720-0070 Afb. 62 D.ONE...
  • Pagina 75: Bediening

    Bediening Bediening D.ONE...
  • Pagina 76: Bediening - Inleidende Opmerkingen

    Al naargelang de uitrusting kan dit in twee bedrijfsmodi gebeuren: Kabelbedrijf (1) Radiobedrijf (2) De functies van de afstandsbediening zijn in beide bedrijfsmodi hetzelfde. Voor radiobedrijf moeten echter bijzondere bedieningsinstructies en functiecontroles in acht worden genomen. B-720-0112 Afb. 63 D.ONE...
  • Pagina 77: Active Zone System

    De bediener moet zich bij elke inbedrijfstelling vertrouwd maken met de grootte van de beschermvelden en de werking van het Ä Hoofdstuk 6.2.3 „Active Zone Active Zone System controleren System controleren” op pagina 85. B-720-0119 Afb. 67 D.ONE...
  • Pagina 78: Informatie Voor Draadloos Bedrijf

    Als de draadloze verbinding tussen afstandsbediening en machine onderbroken of gestoord is, dan stopt de machine en de motor wordt uitgezet. Om verder te rijden in het radiobereik van de machine gaan staan Ä Hoofdstuk 6.2.4 „Motor starten” en de motor opnieuw starten op pagina 87. D.ONE...
  • Pagina 79: Dalende Accuspanning

    ð De accu wordt geladen. B-720-0029 Afb. 69 Met de tuimelschakelaar omschakelen op kabelmodus. Is de motor uit, motor opnieuw starten Ä Hoofdstuk 6.2.4 „Motor starten” op pagina 87. Verder werken met de machine in kabelbedrijf. B-720-0013 Afb. 70 D.ONE...
  • Pagina 80: Bediening - Machine In Bedrijf Nemen

    Afstandsbediening omsnoeren en voor het lichaam dragen. ca. 1 m approx. 1.1 yd B-720-0012 Afb. 72 Bij kabelbedrijf beschermkap (1) verwijderen en kabel (2) aan afstandsbediening aansluiten. B-720-0029 Afb. 73 Met de tuimelschakelaar de gewenste bedrijfsmodus kiezen. B-720-0013 Afb. 74 D.ONE...
  • Pagina 81: Afstandsbediening Controleren

    Afstandsbediening voorbereiden „Afstandsbediening voorbereiden” op pagina 80. Bij gelijktijdige inzet van meerdere machines, systeemnum- mers op afstandsbediening en ontvanger vergelijken. ð Systeemnummers van beide apparaten moeten overeen- stemmen. Evt. afstandsbediening vervangen. Wipschakelaar motortoerental in stand "MIN" zetten. B-720-0074 Afb. 76 D.ONE...
  • Pagina 82 Wipschakelaar trillen in stand "Midden" schakelen. B-720-0014 Afb. 77 Wipschakelaar rijniveaus in stand "Achter" zetten. B-720-0104 Afb. 78 Contactsleutel in stand "I" draaien. B-720-0077 Afb. 79 Afstandsbediening controleren Rijhendel naar voor of achter drukken en vasthouden. AUTOMATIC B-720-0022 Afb. 80 D.ONE...
  • Pagina 83 ð De machine moet afremmen tot hij stilstaat. B-720-0022 Afb. 83 Stuurhendel naar links of rechts drukken. ð De machine moet in de gekozen richting bewegen. Stuurhendel loslaten. AUTOMATIC ð De besturing blijft staan in de gedrukte stand. B-720-0023 Afb. 84 D.ONE...
  • Pagina 84 ð De machine moet meteen stoppen en de motor wordt afgezet. Ä Hoofdstuk 10.2 „Motor Evt. motor handmatig uitzetten handmatig afzetten” op pagina 165. Bij niet juiste werking, afstandsbediening stilleggen en onze klantenservice op de hoogte brengen. Machine pas na reparatie in bedrijf nemen. B-SWI-1588 Afb. 85 D.ONE...
  • Pagina 85: Active Zone System Controleren

    Met de afstandsbediening achter de machine gaan staan. Machine langzaam naar zich toe laten rijden, tot deze stopt. Afstand tussen machine en behuizing van de afstandsbedie- ning meten. > 1,2 m > 1.3 yd Gewenste waarde > 1,2 m (1.3 yd) B-720-0056 Afb. 88 D.ONE...
  • Pagina 86 Bediening – Machine in bedrijf nemen Meting vóór de machine herhalen. Als de afstand achter of voor niet wordt bereikt, Active Zone System controleren en laten repareren. > 1,2 m > 1.3 yd B-720-0057 Afb. 89 D.ONE...
  • Pagina 87: Motor Starten

    Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Gehoorbescherming Voorwaarden: Accuhoofdschakelaar ingeschakeld Beschermkappen en klep gesloten en vergrendeld Noodstop-schakelaar ontgrendeld Rijhendel en stuurhendel in neutrale stand Tuimelschakelaar motortoerental in stand "MIN" zetten. B-720-0074 Afb. 90 Tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" zetten. B-720-0014 Afb. 91 D.ONE...
  • Pagina 88 Als het buiten koud is, vóór het starten tot 26 seconden wachten (voorgloeien). Startknop indrukken. ð De starter draait de motor door. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor vóór het begin van het werk korte tijd warm laten lopen. Motor niet direct onder vollast laten draaien. B-720-0043 Afb. 94 D.ONE...
  • Pagina 89: Bediening - Rijbedrijf

    Rij zonder bandageverbreding alleen in het langzame rijniveau (Schildpad). Bij gedemonteerde bandageverbredingen is het stavlak van de machine kleiner. Dit vergroot het gevaar dat de machine bij hogere snelheden omkantelt. Om deze reden is rijden zonder bandageverbredingen alleen in het langzame rijniveau (Schildpad) toegestaan. D.ONE...
  • Pagina 90: Met De Machine Rijden

    6.3.2 Met de machine rijden Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Gehoorbescherming Bestuurdersplaats achter de machine innemen. B-720-0072 Afb. 95 Wipschakelaar motortoerental in stand "Voor" schakelen. B-720-0020 Afb. 96 Met de wipschakelaar Rijniveaus het gewenste rijniveau kiezen. B-720-0021 Afb. 97 D.ONE...
  • Pagina 91 Stuurhendel naar links of rechts drukken. ð De machine stuurt in de gekozen richting. AUTOMATIC B-720-0023 Afb. 100 Om de machine te stoppen de rijhendel in stand "Midden" zetten. ð De machine remt af tot stilstand. AUTOMATIC B-720-0024 Afb. 101 D.ONE...
  • Pagina 92: Bediening - Werkbedrijf Met Trillen

    In automatisch bedrijf wordt het trillen bij het opstarten van de machine automatisch ingeschakeld. Bij het stoppen schakelt het trillen automatisch uit. Daardoor wordt uitgesloten dat er dwarsgoten ontstaan bij stil- staande machine en ingeschakeld trillen. 6.4.2 Trillen Automatisch Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. B-720-0104 Afb. 102 D.ONE...
  • Pagina 93 ð De machine rijdt in de gewenste rijrichting en het trillen wordt ingeschakeld. AUTOMATIC B-720-0022 Afb. 105 Om het trillen uit te schakelen de rijhendel terug bewegen richting "Midden". ð Het trillen wordt uitgeschakeld en de machine remt af tot AUTOMATIC hij stilstaat. B-720-0024 Afb. 106 D.ONE...
  • Pagina 94: Trillen Handmatig

    Na einde van het werk tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" zetten. B-720-0014 Afb. 107 6.4.3 Trillen handmatig Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. B-720-0104 Afb. 108 Tuimelschakelaar trillen in stand "Achter" schakelen. B-720-0027 Afb. 109 Rijhendel langzaam in de gewenste rijrichting drukken. AUTOMATIC B-720-0022 Afb. 110 D.ONE...
  • Pagina 95 Trillen bij stilstaande machine leidt tot dwarsgoten! – Trillen niet inschakelen bij stilstaande machine. Met kantelschakelaar trillen het trillen met de gewenste amplitude inschakelen. B-720-0025 Afb. 111 Om het trillen uit te schakelen de tuimelschakelaar trillen in stand "Midden" zetten. B-720-0014 Afb. 112 D.ONE...
  • Pagina 96: Bediening - Dynapac Compaction Indicator (Dci)

    Bediening – Dynapac Compaction Indicator (DCI) 6.5 Dynapac Compaction Indicator (DCI) De DCI geeft de verdichtingstoestand van de ondergrond aan en maakt het mogelijk om lokale zwakke punten te vinden en deze doelgericht na te verdichten. Met een versnellingssensor aan de grondplaat wordt de terug- werking van de ondergrond op de grondplaat van de machine gemeten.
  • Pagina 97: Bediening - Machine Beveiligd Neerzetten

    Motor niet uit het vollastbedrijf plotseling afzetten, maar nog ca. twee minuten stationair laten nalopen. B-720-0024 Afb. 114 Contactsleutel in stand "0" draaien en uittrekken. Klep openen. B-720-0028 Afb. 115 Accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken. B-SWI-0079 Afb. 116 D.ONE...
  • Pagina 98 – Afstandsbediening niet reinigen met een waterstraal. B-720-0029 Afstandsbediening na het werk met een schone poetsdoek of kwast reinigen. Afb. 117 Afstandsbediening (2) in de houder (3) zetten en klep (1) dichtmaken. B-720-0019 Afb. 118 D.ONE...
  • Pagina 99: Bediening - Accu Afstandsbediening (Radiobedrijf)

    Bedrijfsduur van de afstandsbediening met een volle accu: ca. 60 uur. 6.7.1 Accu vervangen Contactsleutel in stand "0" draaien en uittrekken. B-720-0028 Afb. 119 Accu naar voor indrukken en naar beneden uit het vakje nemen. Wisselaccu in het vakje zetten en vastklikken. B-720-0078 Afb. 120 D.ONE...
  • Pagina 100: Accu Laden In De Machine

    Accuhoofdschakelaar inschakelen. B-SWI-0079 Afb. 121 Beschermkap (1) verwijderen en kabel (2) aan afstandsbe- diening aansluiten. ð De accu wordt geladen. B-720-0029 Afb. 122 Als de accu is geladen, accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken. B-SWI-0079 Afb. 123 D.ONE...
  • Pagina 101: Accu Laden In Het Externe Laadapparaat

    Accu's uit de afstandsbediening halen en in het laadapparaat leggen. Afb. 126 Netadapter van het acculaadapparaat aansluiten aan een stroombron. De beide LED's op het laadapparaat en op de netadapter moeten oplichten. ð De groene LED op de lader knippert als de accu geladen Afb. 127 D.ONE...
  • Pagina 102 Bediening – Accu afstandsbediening (radiobedrijf) D.ONE...
  • Pagina 103: Machine Verladen / Transport

    Machine verladen / Transport Machine verladen / Transport D.ONE...
  • Pagina 104: Machine Verladen / Transport - Voorbereiding Voor Het Transport

    Machine verladen / Transport – Voorbereiding voor het transport 7.1 Voorbereiding voor het transport Alle losse voorwerpen aan de machine verwijderen of veilig bevestigen. Alle beschermkappen en kleppen sluiten en vergrendelen. D.ONE...
  • Pagina 105: Machine Laden/Lossen

    Machine voorzichtig op het transportvoertuig rijden. B-720-0104 Rekening houden met de positie van het zwaartepunt. Afb. 129 Motor afzetten en de contactsleutel eruit trekken. Ä Hoofdstuk 8.2.2.1 „Knik- Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 111. D.ONE...
  • Pagina 106: Machine Verladen / Transport - Machine Vastsjorren Op Het Transportvoertuig

    Altijd geschikte aanslagmiddelen aan de aanslagpunten gebruiken. Aanslagmiddelen alleen gebruiken in de voorgeschreven belasting- srichting. Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden. Aanslagmiddelen aanbrengen aan de gekenmerkte sjor- punten. Machine op transportvoertuig met vier spanriemen veilig vastsjorren. B-720-0103 Afb. 130 D.ONE...
  • Pagina 107: Machine Verladen / Transport - Laden/Lossen Met Een Kraan

    Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 111. Aanslagmiddelen aanbrengen aan de centrale ophanging. GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de beoogde plaats. B-720-0034 Afb. 131 D.ONE...
  • Pagina 108: Machine Verladen / Transport - Na Het Transport

    Knikscharnierbeveiliging loszetten „Knikscharnierbeveiliging loszetten” op pagina 112. Tuimelschakelaar rijniveaus in stand "Achter" schakelen. GEVAAR! Levensgevaar door wegglijdende of omkantelende machine! – Garanderen dat er zich geen personen ophouden in de gevarenzone. Machine voorzichtig van het transportvoertuig rijden. B-720-0104 Afb. 132 D.ONE...
  • Pagina 109: Onderhoud

    Onderhoud Onderhoud D.ONE...
  • Pagina 110: Inleidende Opmerkingen En Veiligheidsinstructies

    Bedrijfsstoffen, filters, afdichtelementen en poetsdoeken na uit- voering van de onderhoudswerkzaamheden milieuvriendelijk ver- werken. Alle veiligheidsinrichtingen na uitvoering van de onderhoudswerk- zaamheden weer aanbrengen. Alle onderhoudskleppen en onderhoudsdeuren na uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden weer sluiten. De aanduidingen rechts/links hebben altijd betrek- king op de rijrichting. D.ONE...
  • Pagina 111: Onderhoud - Voorbereidende / Afsluitende Werkzaamheden

    Knikscharnierbeveiliging inleggen WAARSCHUWING! Gevaar van gekneld raken door indraaien van de machine! – Bij lopende motor nooit in het knikscharnierbe- reik van de machine komen. Besturing in middelste stand brengen en machine stoppen. Motor afzetten en de contactsleutel eruit trekken. D.ONE...
  • Pagina 112: Knikscharnierbeveiliging Loszetten

    Gevaar van gekneld raken door indraaien van de machine! – Bij lopende motor nooit in het knikscharnierbe- reik van de machine komen. Aanslagbout uittrekken en knikscharnierbeveiliging uit het oog terugzwenken in de houder. Aanslagbout weer laten arrêteren. B-720-0081 Afb. 135 D.ONE...
  • Pagina 113: Onderhoud - Bedrijfsstoffen

    Als de olieverversingsintervallen niet binnen één jaar bereikt worden, dan moet een motorolieverversing onafhankelijk van het aantal bereikte bedrijfsuren minstens 1 x per jaar worden uitge- voerd. Het olieverversingsinterval moet gehalveerd worden wanneer het zwavelgehalte in de brandstof boven de 0,5 % ligt. D.ONE...
  • Pagina 114: Brandstof

    Gevaar van motorschade! – Bijmengingen van petroleum en de toevoeging van "vloeiverbeteraars" (brandstofadditieven) zijn niet toegelaten. 8.3.2.3 Opslag Sporen van zink, lood en koper kunnen al tot afzettingen in de injectiemondstukken leiden, met name bij de moderne common-rail injectiesystemen. D.ONE...
  • Pagina 115: Koelvloeistof

    Als het antivriesmiddel gemengd werd, geen koelerreinigings- middel gebruiken. Het antivriesmiddel bevat een tegen corrosie beschermend middel. Als dit wordt vermengd met het reinigings- middel, kan zich slik vormen en het koelsysteem beschadigd raken. Antivriesconcentratie Vriespunt 50 % -37 °C (-35 °F) D.ONE...
  • Pagina 116: Olie Voor Opwekasbehuizing

    Neem bij omschakeling van hydraulische olie op basis van mine- rale olie op biologisch afbreekbare hydraulische olie op esterbasis contact op met de smeertechnische dienst van de betreffende olie- fabrikant resp. met onze klantendienst. D.ONE...
  • Pagina 117 Gevaar van schade aan de hydraulische instal- latie! – Na de omschakeling de hydraulische oliefilters extra controleren op vervuiling. – Regelmatige olieanalyses met het oog op het gehalte water en minerale olie laten uitvoeren. – Hydraulische oliefilter ten laatste om de 500 bedrijfsuren vernieuwen. D.ONE...
  • Pagina 118: Onderhoud - Bedrijfsstoffentabel

    Ä Hoofdstuk 8.3.5.2 „Biologisch Specificatie: afbreekbare hydraulische olie” op pagina 116 Huis opwekas Motorolie SAE 15W-40 2 x 1,7 l Ä Hoofdstuk 8.3.4 „Olie voor Specificatie: (0,5 gal us) opwekasbehuizing” op pagina 116 D.ONE...
  • Pagina 119: Onderhoud - Inrijvoorschrift

    8.5.3 Na de eerste 250 bedrijfsuren Motorolie en oliefilterpatroon vervangen Ä Hoofdstuk 8.8.1 „Motorolie en oliefilterpatroon vervangen” op pagina 126. Centrale schroef van de aandrijfnaven controleren, evt. aan- Ä Hoofdstuk 8.13.5 „Centrale schroef van de aan- draaien drijfnaven controleren” op pagina 151. D.ONE...
  • Pagina 120: Onderhoudstabel

    V-riem vernieuwen 8.9.2 Klepspeling regelen Om de 1000 bedrijfsuren 8.10.1 Koelvloeistof vervangen 8.10.2 Inspuitkleppen controleren Om de 2000 bedrijfsuren 8.11.1 Hydraulische olie verversen en filter vervangen 8.11.2 Slangleidingen vernieuwen Om de 3000 bedrijfsuren 8.12.1 Brandstofinjectiepomp controleren 8.12.2 Stuurriem vernieuwen D.ONE...
  • Pagina 121: Onderhoud - Onderhoudstabel

    Onderhoud – Onderhoudstabel Onderhoudswerk Pagina Indien nodig 8.13.1 Afstrijkers controleren, instellen 8.13.2 Brandstofvoorfilter vernieuwen 8.13.3 Koelermodule reinigen 8.13.4 Machine reinigen 8.13.5 Centrale schroef van de aandrijfnaven controleren 8.13.6 Bandageaandrijving / Bandages reinigen 8.13.7 Maatregelen bij langere stillegging van de machine D.ONE...
  • Pagina 122: Wekelijks

    Werkhandschoenen Fijnstofmasker Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Motor laten afkoelen. Onderhoudsindicatie controleren Onderhoudsindicatie bij luchtfilter controleren. Als de gele zuiger de rode zone (1) heeft bereikt, luchtfilter onderhouden. B-720-0123 Afb. 138 D.ONE...
  • Pagina 123 Gevaar door belasting door fijn stof! Afb. 141 – Fijnstofmasker dragen. Luchtfilter met droge perslucht (max. 2,1 bar (30 psi)) door het pistool op en neer te bewegen zolang van binnen naar buiten uitblazen, tot er geen stofontwikkeling meer optreedt. D.ONE...
  • Pagina 124 De stofafvoerklep verticaal naar beneden zetten. – Op juiste arrêtering van de dekselafsluitingen letten. Deksel weer monteren. Afb. 143 Onderhoudsindicatie resetten Na afloop van het onderhoud op de knop (1) op de onder- houdsindicatie drukken. ð De onderhoudsindicatie wordt gereset. B-720-0124 Afb. 144 D.ONE...
  • Pagina 125: Waterafscheider Controleren, Reinigen

    Aftapplug losdraaien en vloeistof aflaten, tot zuivere diesel- brandstof uittreedt. Uitlopende vloeistoffen opvangen. Aftapplug weer vastdraaien. Op dichtheid letten, evt. afdicht- ring vervangen. Ä Hoofdstuk 8.8.7.2 „Brand- Brandstofsysteem ontluchten stofsysteem ontluchten” op pagina 135. Opgevangen vloeistof milieuvriendelijk verwerken. B-720-0139 Afb. 146 D.ONE...
  • Pagina 126: Om De 250 Bedrijfsuren / Jaarlijks

    Oliefilterpatroon met een geschikte bandsleutel eraf schroeven. Afdichtvlak van de filterdrager ontdoen van eventueel vuil. Rubber afdichting van de nieuwe oliefilterpatroon licht inoliën. Oliefilterpatroon erop schroeven en handvast aandraaien. Omgeving van de vulopening en oliepeilstok reinigen. B-720-0125 Afb. 148 D.ONE...
  • Pagina 127: V-Riem Controleren, Spannen

    Vernieuw beschadigde of gescheurde V-riemen Ä Hoofdstuk 8.9.1 „V-riem vernieuwen” op pagina 138. V-riemspanning controleren door duimdruk. ð De V-riem mag niet meer dan 10 mm (0.4 in) kunnen worden ingedrukt. Evt. V-riem spannen. B-720-0126 Afb. 151 D.ONE...
  • Pagina 128 Schroef (1) en schroef (2) aan de generator losdraaien. Generator met een hefboom naar buiten drukken, tot de juiste spanning van de V-riem is bereikt. Schroef (1) weer vastdraaien, aandraaimoment: 40 Nm (29.5 ft·lbf). Schroef (2) weer vastdraaien, aandraaimoment: 25 Nm (18.4 ft·lbf). B-720-0127 Afb. 152 D.ONE...
  • Pagina 129: Luchtfilter Vernieuwen

    Uitlaatpijp in het filterhuis grondig van binnen reinigen. Afb. 154 Nieuw luchtfilter voorzichtig in de behuizing zetten. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De stofafvoerklep verticaal naar beneden zetten. – Op juiste arrêtering van de dekselafsluitingen letten. Deksel weer monteren. Afb. 155 D.ONE...
  • Pagina 130: Luchtaanzuigleidingen Controleren

    Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 97. Motor laten afkoelen. Toestand en goede bevestiging van alle luchtaanzuiglei- dingen en slangklemmen controleren. Evt. beschadigde luchtaanzuigleidingen of slangklemmen vernieuwen. B-720-0128 Afb. 157 D.ONE...
  • Pagina 131: Huis Van De Opwekas, Olie Verversen

    118 – Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Ä Hoofdstuk 8.2.2.1 „Knik- Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 111. D.ONE...
  • Pagina 132 Machine achter optillen en achterste bandage veilig onder- stutten. Voorste bandage met een keg beveiligen. 710 mm 28 in B-720-0046 Afb. 160 Door de aflaatopening olie de voorste bandage vullen met olie. Beluchtingsschroef (1) en aftapschroef (2) weer vast- schroeven. B-720-0050 Afb. 161 D.ONE...
  • Pagina 133: Slangleidingen In De Koelkringloop Controleren

    Toestand, dichtheid en goede bevestiging van alle slanglei- dingen en slangklemmen in de koelkringloop controleren. Als er een beschadiging aan slangleidingen of slangklemmen wordt vastgesteld, dan moeten de betreffende delen onmid- dellijk door geautoriseerd servicepersoneel gerepareerd of vervangen worden. D.ONE...
  • Pagina 134: Brandstoffilter Vernieuwen, Brandstofsysteem Ontluchten

    Afb. 164 Rubber afdichting van het nieuwe brandstoffilter licht inoliën. Nieuwe filterpatroon met de hand eraan schroeven tot de afdichting vastzit, dan handvast aandraaien. Brandstof en brandstoffilter milieuvriendelijk verwerken. Ä Hoofdstuk 8.8.7.2 „Brand- Brandstofsysteem ontluchten stofsysteem ontluchten” op pagina 135. D.ONE...
  • Pagina 135: Brandstofsysteem Ontluchten

    Handhefboom aan de brandstofpomp zo lang activeren, tot uit de losgedraaide schroef brandstof treedt zonder bellen. Uitlopende brandstof opvangen. Schroef vastdraaien. Motor starten en 5 minuten stationair laten lopen. Dichtheid van het brandstoffilter controleren. Opgevangen brandstof milieuvriendelijk verwerken. B-720-0130 Afb. 166 D.ONE...
  • Pagina 136: Brandstoftank Slik Aflaten

    AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Na alle werkzaamheden aan het brand- stofsysteem moet dit ontlucht worden. Maak dan een proefrit en controleer daarbij de dichtheid. D.ONE...
  • Pagina 137: Accu Onderhouden, Accuhoofduitschakeling Controleren

    Afb. 168 Klem Accu Accubevestiging Trillingsdempende mat 8.8.10.2 Accuhoofuitschakeling controleren Accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken. Door inschakelen van de ontsteking controleren of de accu van de elektrische installatie van de machine geïsoleerd werd. Afb. 169 D.ONE...
  • Pagina 138: Om De 500 Bedrijfsuren

    Nieuwe V-riem erop leggen. Ä Hoofdstuk 8.8.2 V-riem spannen op de opgegeven waarde „V-riem controleren, spannen” op pagina 127. Schroef (1) weer vastdraaien, aandraaimoment: 40 Nm (29.5 ft·lbf). B-720-0127 Schroef (2) weer vastdraaien, aandraaimoment: 25 Nm (18.4 ft·lbf). Afb. 170 D.ONE...
  • Pagina 139: Klepspeling Regelen

    Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Motor laten afkoelen. Voorbereidende werkzaamheden Klepdeksel demonteren. B-720-0132 Afb. 171 Klepspeling controleren Krukas met de V-riem zo ver draaien, tot aan de eerste cilinder beide kleppen op overlapping staan. D.ONE...
  • Pagina 140 B-KOH-0002 Afb. 172 Klepspeling regelen Contramoer (1) aan de klephefboom losdraaien. Klepspeling regelen met de instelschroef (2). Contramoer vastdraaien. Afsluitende werkzaamheden Klepdeksel met een nieuwe afdichting monteren. Na kort proefdraaien dichtheid van het klepdeksel contro- leren. B-720-0132 Afb. 173 D.ONE...
  • Pagina 141: Om De 1000 Bedrijfsuren

    Verschillende en andere koelvloeistoffen en additieven niet vermengen. Ä Hoofdstuk 8.4 „Bedrijfsstof- – Vulhoeveelheid: fentabel” op pagina 118 Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Motor laten afkoelen. D.ONE...
  • Pagina 142 Koelvloeistof aflaten en opvangen. Aftapplug met een nieuwe afdichting erin schroeven, aan- draaimoment: 22 Nm (16.2 ft·lbf). Slang erop steken en slangklem vastdraaien. B-720-0135 Afb. 176 Koelvloeistof erin gieten tot aan de onderkant van de vulope- ning. B-720-0059 Afb. 177 D.ONE...
  • Pagina 143: Inspuitkleppen Controleren

    Afsluitdeksel weer erop schroeven. Motor starten en op bedrijfstemperatuur brengen. Motor laten afkoelen en koelvloeistofstand opnieuw contro- leren, evt. bijvullen aan de radiatoroverloop. B-720-0120 Koelvloeistof milieuvriendelijk verwerken. Afb. 178 8.10.2 Inspuitkleppen controleren Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. D.ONE...
  • Pagina 144: Onderhoud - Om De 2000 Bedrijfsuren

    97. WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door hete onder- delen! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding). – Aanraking met hete componenten ver- mijden. B-720-0060 Aftapstop eraf schroeven. Afb. 179 Alle hydraulische olie aflaten en opvangen. Aftapstop weer aanschroeven. D.ONE...
  • Pagina 145 Afb. 181 Nieuw filterelement (2) en nieuwe ronde afdichtringen (1) erin zetten. B-720-0087 Afb. 182 Deksel (1) erop schroeven. Beluchtingsfilter (2) vernieuwen. Na proefdraaien de dichtheid van de filters controleren. Hydraulische olie en filter milieuvriendelijk verwerken. B-720-0058 Afb. 183 D.ONE...
  • Pagina 146: Slangleidingen Vernieuwen

    Onderhoud – Om de 2000 bedrijfsuren 8.11.2 Slangleidingen vernieuwen Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. Onderhoudswerkzaamheden ten laatste na twee jaar uitvoeren. De volgende slangleidingen moeten worden vernieuwd: brandstofslangleidingen, luchtaanzuigleidingen. D.ONE...
  • Pagina 147: Om De 3000 Bedrijfsuren

    Onderhoud – Om de 3000 bedrijfsuren 8.12 Om de 3000 bedrijfsuren 8.12.1 Brandstofinjectiepomp controleren Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. 8.12.2 Stuurriem vernieuwen Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel. D.ONE...
  • Pagina 148: Onderhoud - Indien Nodig

    Op zuiverheid letten! Omgeving van het brand- stoffilter eerst zorgvuldig reinigen. – In het brandstofsysteem binnengedrongen lucht leidt tot onregelmatig draaien van de motor, een vermindering van het vermogen, tot stilstand van de motor en maakt een start onmogelijk. D.ONE...
  • Pagina 149: Koelermodule Reinigen

    135. Afb. 187 8.13.3 Koelermodule reinigen AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Koelribben niet vervormen of beschadigen. – Niet met hoge druk reinigen. Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Motor laten afkoelen. D.ONE...
  • Pagina 150: Machine Reinigen

    ‘inweektijd’ schoon spuiten met een koude waterstraal. Motor korte tijd warm laten lopen om roestvorming te voor- komen. 8.13.4 Machine reinigen Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine beveiligd neerzetten” op pagina 97. Motor minstens 30 minuten laten afkoelen. D.ONE...
  • Pagina 151: Centrale Schroef Van De Aandrijfnaven Controleren

    Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.6 „Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 97. Draaimoment van de centrale schroef aan alle vier de aan- 900 Nm drijfnaven controleren. Gewenste waarde 900 Nm (664 ft·lbf) B-720-0051 Afb. 190 D.ONE...
  • Pagina 152: Bandageaandrijving / Bandages Reinigen

    Ä Hoofdstuk 8.2.2.1 „Knik- Knikscharnierbeveiliging inleggen scharnierbeveiliging inleggen” op pagina 111. Ä Hoofdstuk 9 Evt. bandageverbreding demonteren „Inrichten / Ombouwen” op pagina 157 en grondig reinigen. Aanslagmiddelen aanbrengen aan het vastsjorpunt voor resp. achter. Machine optillen en veilig ondersteunen. B-720-0140 Afb. 191 D.ONE...
  • Pagina 153 Afdichtring controleren op slijtage en beschadiging, evt. ver- nieuwen. Spanring met kleef- en dichtmiddel (bijv. onderdeelnummer: DL 009 780 66) erin zetten en vastschroeven. Bevestigingsschroeven met een middelvast borgmiddel (bijv. onderdeelnummer: DL 009 780 06) in de spanring zetten en vastschroeven. Bandage vastschroeven. B-720-0144 Afb. 195 D.ONE...
  • Pagina 154: Maatregelen Bij Langere Stillegging Van De Machine

    Motorolie verversen en oliefilter vervangen, als de olieverver- sing langer dan 300 bedrijfsuren geleden werd uitgevoerd resp. de olie ouder is dan 12 maanden. Concentratie van het antivriesmiddel en koelvloeistofpeil con- troleren. Massaleidingen aan de accu´s isoleren (zelfontlading door ruststroomverbruikers wordt daardoor vermeden). D.ONE...
  • Pagina 155 Brandstoffilter vernieuwen. Luchtfilter vernieuwen. Motorolie verversen en oliefilter vervangen. Koelvloeistofstand controleren. Laadtoestand van de accu’s controleren, evt. naladen. Vóór en na het laden de vloeistofstand in de accu’s controleren. Massaleidingen aansluiten aan de accu’s. Werking van de elektrische installatie controleren. D.ONE...
  • Pagina 156 Motor starten en gedurende 15 tot 30 minuten met stationair toerental laten lopen. Bij lopende motor indicaties voor motoroliedruk en koelvloei- stoftemperatuur observeren. Oliepeilen controleren. Werking van de elektrische installatie, besturing en remmen controleren. Machine grondig reinigen. D.ONE...
  • Pagina 157: Inrichten / Ombouwen

    Inrichten / Ombouwen Inrichten / Ombouwen D.ONE...
  • Pagina 158: Inrichten / Ombouwen - Bandageverbreding

    97. Bevestigingsschroeven (1) eraf draaien. Vulringen verwijderen. Bandageverbreding (2) eraf nemen. B-720-0032 Afb. 197 Ter bescherming van de schroefdraad bevestigings- 572 Nm schroeven (1) en vulringen weer monteren, aanhaalmoment: 572 Nm (422 ft·lbf). B-720-0031 Afb. 198 D.ONE...
  • Pagina 159: Bandageverbreding Monteren

    Inrichten / Ombouwen – Bandageverbreding 9.1.3 Bandageverbreding monteren Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Bevestigingsschroeven (1) eraf schroeven en vulringen ver- wijderen. B-720-0033 Afb. 199 Bandageverbreding (2) met bevestigingsschroeven 572 Nm (1) en vulringen weer monteren, aanhaalmoment: 572 Nm (422 ft·lbf). B-720-0030 Afb. 200 D.ONE...
  • Pagina 160: Inrichten / Ombouwen - Active Zone System Aanleren

    Beschermkap (1) eraf nemen en kabel (2) aansluiten aan de afstandsbediening. Positie innemen in het beschermveld aan de machine. ð Afstand: < 1,2 m (1.3 yd). B-720-0029 Afb. 201 Tuimelschakelaar bedrijfsmodus in stand "Links" zetten. B-720-0013 Afb. 202 Contactsleutel in stand "I" draaien. B-720-0077 Afb. 203 D.ONE...
  • Pagina 161 Met de afstandsbediening het beschermveld verlaten. ð Afstand: > 1,2 m (1.3 yd). > 1,2 m > 1.3 yd B-720-0017 Afb. 207 De waarschuwingslamp Active Zone System dooft na ca. 2 seconden. De machine is operationeel. B-SYM-0226 Afb. 208 D.ONE...
  • Pagina 162 Inrichten / Ombouwen – Active Zone System aanleren D.ONE...
  • Pagina 163: Hulp Bij Storingen

    Hulp bij storingen Hulp bij storingen D.ONE...
  • Pagina 164: Hulp Bij Storingen - Motor Starten Met Accukabels

    Motor starten: Ä Hoofdstuk 6.2.4 „Motor starten” op pagina 87. Na het starten eerst de minpolen en daarna de pluspolen 12 V losmaken. B-ELE-0027 Afb. 209 D.ONE...
  • Pagina 165: Hulp Bij Storingen - Motor Handmatig Afzetten

    B-720-0024 Afb. 210 Contactsleutel in stand "0" draaien en eruit trekken. Voorste beschermkap openen. B-720-0028 Afb. 211 Hendel (1) aan de motor activeren en vasthouden. ð De motor wordt afgezet. Voorste beschermkap weer sluiten. Klep openen. B-720-0133 Afb. 212 D.ONE...
  • Pagina 166 Hulp bij storingen – Motor handmatig afzetten Accuhoofdschakelaar tegen de klok in draaien en eraf trekken. Klep weer sluiten. Machine stilleggen en onze klantendienst informeren. Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. B-SWI-0079 Afb. 213 D.ONE...
  • Pagina 167: Hulp Bij Storingen - Lekkage Van Hydraulische Olie

    Poetsdoek onder de stop leggen en deze voorzichtig eruit schroeven. ð Normaal gezien mag er zich geen olie bevinden in het huis van de rijaandrijving. Als er een grotere hoeveelheid olie uit de controleboring treedt, breng dan onze klantendienst op de hoogte. Stop weer erin schroeven. D.ONE...
  • Pagina 168 ð Normaal gezien reikt het oliepeil tot aan de onderste rand van de aflaatopening. Als er een grotere hoeveelheid olie uit de aflaatopening treedt, breng dan onze klantendienst op de hoogte. Beide stoppen weer erin schroeven. Machine neerlaten. Evt. opgevangen olie milieuvriendelijk verwerken. D.ONE...
  • Pagina 169: Hulp Bij Storingen - Bezetting Van Zekeringen

    Afb. 217 Zekering Stroomsterkte Benaming F119 20 A Zekering motor F103 10 A Zekering potentiaal 15 25 A Zekering hefmagneet motoruitschakeling Zekering kabelbesturing F243 niet bezet 25 A Zekering besturing potentiaal 30 Zekering temperatuurschakelaar koelvloeistof F275 Zekering DCI (speciale uitrusting) D.ONE...
  • Pagina 170: Hoofdzekeringen

    Hulp bij storingen – Bezetting van zekeringen 10.4.3 Hoofdzekeringen F 275 F 00 F 48 B-720-0137 Afb. 218 Zekering Stroomsterkte Benaming 50 A Hoofdzekering 50 A Zekering voorgloeien D.ONE...
  • Pagina 171: Hulp Bij Storingen - Motorstoringen

    Door gekwalificeerd vakpersoneel laten controleren Motor verliest aan Brandstoftank leeg Brandstofvoorraad controleren, evt. vermogen en toe- bijvullen rental Brandstoffilter verstopt Brandstoffilter controleren, evt. ver- nieuwen Tankbeluchting verstopt Zorgen voor voldoende beluchting van de tank Luchtfilter vervuild Reinigen, evt. vernieuwen D.ONE...
  • Pagina 172 Koelluchtgebrek aan de koelluchtventi- Luchttoevoer vrij maken lator Ventilator, koeler of koelerafsluiting defect Door gekwalificeerd vakpersoneel laten controleren Motor heeft te Motoroliepeil te laag Controleren, evt. bijvullen weinig motorolie- Smeersysteem ondicht Door gekwalificeerd vakpersoneel laten druk (waarschu- controleren wingslamp motoro- liedruk brandt) D.ONE...
  • Pagina 173 Mogelijke oorzaak Oplossing Laadcontrolelamp Toerental van de generator te laag Spanning van de riem van de generator licht op tijdens het controleren, evt. riem vernieuwen bedrijf, waarschu- Generator of regelaar defect Door gekwalificeerd vakpersoneel laten wingszoemer weer- controleren klinkt D.ONE...
  • Pagina 174: Hulp Bij Storingen - Storingen Afstandsbediening (Kabelbedrijf)

    Accu niet geladen of defect Acculading controleren, evt. laden Defecte accu vervangen Hellingsensor defect Signaal van de hellingsensor controleren, invoercode 1405 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Relais K39 defect Signaal relaisaansturing controleren, invoercode 5070 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen D.ONE...
  • Pagina 175 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Relais K114 defect Signaal relaisaansturing controleren, invoercode 5050 Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Besturing defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Kabel defect Kabel controleren op vastzitten Door een vakman laten controleren, evt. vervangen D.ONE...
  • Pagina 176: Hulp Bij Storingen - Storingen Afstandsbediening (Radiobedrijf)

    Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Noodstop-schakelaar geactiveerd of Noodstop-schakelaar uittrekken defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Ontvanger of afstandsbediening defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen Kabelboom defect Door een vakman laten controleren, evt. vervangen D.ONE...
  • Pagina 177: Hulp Bij Storingen - Storingen Active Zone System

    Besturing van het Active Zone System Steekverbinding van de besturing contro- niet juist aangesloten of defect leren, evt. vernieuwen Draadloze afstandsbediening defect Laten controleren door een vakman, evt. vernieuwen Kabelboom defect Laten controleren door een vakman, evt. vernieuwen D.ONE...
  • Pagina 178: Hulp Bij Storingen - Storingen Dci

    Bij veel te droog of te vochtig mate- riaal worden lagere meetwaarden weer- gegeven. D.ONE...
  • Pagina 179: Hulp Bij Storingen - Foutcode-Indicatie

    Als een foutcode verschijnt, foutcode uitlezen en storing door per- soneel dat door de exploitant geautoriseerd is, laten verhelpen. Evt. onze klantendienst informeren. Overzicht van de foutcodes Ä Hoofdstuk 12 „Aanhangsel” op pagina 185. B-720-0090 Afb. 220 D.ONE...
  • Pagina 180: Hulp Bij Storingen - Invoercodes Via De Indicatie-Eenheid Invoeren

    Wachten tot de bedrijfsuren worden weergegeven. B-720-0077 Afb. 221 Functietoetsen F1 en F2 tegelijkertijd indrukken. ð De indicatie 0000 verschijnt. Het eerste cijfer knippert. B-720-0093 Afb. 222 Eerste cijfer van de invoercode instellen door op functietoets F1 te drukken. B-720-0094 Afb. 223 D.ONE...
  • Pagina 181 ð De gewenste functie wordt uitgevoerd. Al naargelang de functie (bijv. ECO- modus in- of uitschakelen) moeten er nog meer codes worden ingevoerd. B-720-0096 Om de invoerfunctie te beëindigen als invoercode 0000 Afb. 225 instellen of contactsleutel in stand "0" draaien. D.ONE...
  • Pagina 182 Hulp bij storingen – Invoercodes via de indicatie-eenheid invoeren D.ONE...
  • Pagina 183: Verwerking

    Verwerking Verwerking D.ONE...
  • Pagina 184: Verwerking - Machine Definitief Stilleggen

    Ä Hoofdstuk 3.4 „Omgang met bedrijfsstoffen” op pagina 27. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Accu’s demonteren. Brandstoftank leegmaken. Hydrauliekolietank leegmaken. Koelvloeistof van koelsysteem en motor aflaten. Motorolie van motor en opwekasbehuizing aflaten. D.ONE...
  • Pagina 185: Aanhangsel

    Aanhangsel Aanhangsel D.ONE...
  • Pagina 186: Aanhangsel - Foutcodelijst

    1032 stroom uit deze uitgang. binding met +12V 1033 Motor wordt uitge- Uitgang klep rijden vooruit, Stroompad heeft ver- X3:22 1030 schakeld Y 16 binding met +12V 1031 Hoewel de uitgang uitgescha- 1032 keld is, staat er spanning op. D.ONE...
  • Pagina 187 1060 Uitgang wordt uit- Uitgang remklep, Y 04 Te hoge stroomflow X3:40 geschakeld, functie in het stroompad, evt. Er vloeit een te grote stroom niet meer mogelijk door defecte spoel uit deze uitgang. Uitgang werd of kortsluiting tegen uitgeschakeld! massa D.ONE...
  • Pagina 188 Uitgang klep trillen gr. Te hoge stroomflow X3:13 geschakeld, functie ampl., Y 57 in het stroompad, evt. niet meer mogelijk door defecte spoel Er vloeit een te grote stroom of kortsluiting tegen uit deze uitgang. Uitgang werd massa uitgeschakeld! D.ONE...
  • Pagina 189 1012 stroom uit deze uitgang. ding met +12V 2013 Motor wordt uit- Uitgang klep sturen rechts, Y Stroompad heeft verbin- X3:19 1010 geschakeld ding met +12V 1011 Hoewel de uitgang uitgescha- 1012 keld is, staat er spanning op. D.ONE...
  • Pagina 190 De fout- 2605 Noodstop-relais in de zwak code 2605 Afstand tussen zender en machine te besturing wordt uit- wordt alleen uit- groot geschakeld, alle uit- gevoerd bij soft- gangen van de bestu- wareversies ring zijn uitgeschakeld ouder dan 1.11! D.ONE...
  • Pagina 191 Stekker aan RFID-module los/defect tussen BLM-module en Stekker aan BLM-module los/defect RFID-module Kabelboom tussen BLM- en RFID- module beschadigd BLM-module vervangen RFID-module vervangen Afstandsbediening defect 2621 Motor wordt uitgescha- Geen CAN-bus signaal Stekker display defect keld van het display Display defect D.ONE...
  • Pagina 192 5025 Motor draait Geen toerentalsignaal van de Dynamoregelaar defect X3:41 dynamoregelaar Leiding van de rege- Alleen waarschuwing laar naar de besturing onderbroken 5029 Motor draait Geen signaal temperatuur- Leiding naar de tem- 5031 sensor peratuursensor onder- broken Temperatuursensor defect D.ONE...
  • Pagina 193 +12V 5053 Uitgang wordt uit- Uitgang relais K 114, hef- Stroompad heeft verbin- X3:09 5050 geschakeld, motor magneet toerentalregeling ding met +12V 5051 loopt alleen nog Hoewel de uitgang uitgescha- met standgas 5052 keld is, staat er spanning op. D.ONE...
  • Pagina 194 5071 Uitgang wordt uit- Uitgang relais K 39, starter Draadbreuk in het X3:06 geschakeld, motor stroompad Er vloeit een kortsluitstroom uit kan niet meer deze uitgang Stroompad heeft verbin- starten ding met +12V Uitgang werd uitgeschakeld! Leidingen doorge- schuurd D.ONE...
  • Pagina 195 5090 Machine start niet Ingang hellingschakelaar Draadbreuk in het X3:23 1405 stroompad Machine kan niet gestart Schakelaar defect worden, aangezien er geen Schakelaar bevindt zich signaal van de hellingschake- in de geschakelde laar aan de ingang wordt toestand (verkeerde gegeven. inbouwpositie) D.ONE...
  • Pagina 196 Opgelet: alleen voor service- doeleinden! 6010 Geen rijbeweging mogelijk, Fout beschermveldantenne Draadbreuk in het stroompad, alleen stuurbewegingen voor (W12) beschermveldantenne voor defect 6011 Geen rijbeweging mogelijk, Fout beschermveldantenne Draadbreuk in het stroompad alleen stuurbewegingen achter (W13) beschermveldantenne achter defect D.ONE...
  • Pagina 197 9106 Motor wordt uit- CAN-bus communicatie- Stekker beschermveldbestu- geschakeld fout beschermveldbestu- ring Active Zone System ring Active Zone System defect Beschermveldbesturing Active Zone System defect 9111 Motor wordt uit- CAN-bus communicatie- Stekker display defect geschakeld fout display Display defect D.ONE...
  • Pagina 198: Aanhangsel - Invoercode Voor De Besturing

    Stroom aan de uitgang 1042 Uitgang klep rijden achteruit, Y 17 0000 = uitgang niet aangestuurd Logisch niveau, van de aansturing 0001 = uitgang aangestuurd 1050 Uitgang klep 2e versnelling, Y 03 Indicatiewaarde = uitgangsspanning in volt Spanning aan de uitgang D.ONE...
  • Pagina 199 Indicatiewaarden code 1400 Ingang signaal L van de regelaar van de 12 V > generator loopt generator Massa, 0 V > generator staat stil 1401 Ingang oliedrukschakelaar, B 06 12 V > geen oliedruk Massa, 0 V > oliedruk D.ONE...
  • Pagina 200 Indicatiewaarde = uitgangsspanning in volt Spanning aan de uitgang 5041 Uitgang houdspoel-afzetmagneet, Y 13 Indicatiewaarde = uitgangsspanning in ampère Stroom aan de uitgang 5042 Uitgang houdspoel-afzetmagneet, Y 13 0000 = uitgang niet aangestuurd Logisch niveau, van de aansturing 0001 = uitgang aangestuurd D.ONE...
  • Pagina 201 Stroom aan de uitgang 5082 Uitgang hoorn, H 07 0000 = uitgang niet aangestuurd Logisch niveau, van de aansturing 0001 = uitgang aangestuurd 5085 Uitgang 2 hoorn, H 07 Indicatiewaarde = uitgangsspanning in volt Spanning aan de uitgang D.ONE...
  • Pagina 202 0010 = schakelaar niet uitgestuurd, ijlgang uitgeschakeld 2505 Stand schakelaar motor- 0100 = schakelaar uitgestuurd naar voor, toerental hoog toerental, S 134 0010 = schakelaar niet uitgestuurd, toerental stationair 2506 Stand knop hoorn, S 03 0000 = knop niet geactiveerd 0001 = knop geactiveerd D.ONE...
  • Pagina 203 Indicatiewaarde = spanning in V Spanning weergeven Type afstandsbesturing instellen Invoercode Beschrijving van de indicatiefunctie Indicatiewaarden 0660 Functie ‘Type afstandsbesturing instellen’ inschakelen Zie Service Manual 0661 Ingevoerde type afstandsbesturing bevestigen Zie Service Manual 0662 Radiobesturing selecteren, Default instelling Zie Service Manual D.ONE...
  • Pagina 204 Indicatie van de minuten, bedrijfsurenteller De minuten van de bedrijfsurenteller worden weergegeven Machinetype instellen Invoercode Beschrijving van de indicatiefunctie Indicatiewaarden 7010 Functie ‘Machinetype instellen’ inschakelen Zie Service Manual 7011 Ingevoerde machinetype bevestigen Zie Service Manual 7105 Machinetype Zie Service Manual D.ONE...

Inhoudsopgave