Afb. 178
8.11.3
Slangleidingen vernieuwen
8.11.4
Inspuitkleppen controleren
10.
Koelvloeistofstand controleren bij het expansievat.
ð De koelvloeistofstand moet tussen de "MIN"- en "MAX"-
markering liggen.
11.
Indien nodig koelvloeistof tot de "MAX" markering bijvullen.
12.
Afsluitdeksel weer erop schroeven.
13.
Motor starten en op bedrijfstemperatuur brengen.
14.
Motor laten afkoelen en koelvloeistofstand opnieuw contro-
leren, evt. bijvullen in het expansievat.
B-720-0109
15.
Koelvloeistof milieuvriendelijk verwerken.
Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door
bevoegd servicepersoneel.
Onderhoudswerkzaamheden ten laatste na twee
jaar uitvoeren.
De volgende slangleidingen moeten worden vernieuwd:
n
brandstofslangleidingen,
n
luchtaanzuigleidingen.
Deze werkzaamheid mag alleen worden uitgevoerd door
bevoegd servicepersoneel.
D.ONE
Onderhoud – Om de 2000 bedrijfsuren
143