Voor uw veiligheid – Onderhoudswerkzaamheden
3.11.4
Werkzaamheden aan elektrische installatiedelen en de accu
3.11.5
Reinigingswerkzaamheden
3.11.6
Maatregelen bij langere stillegging
42
Gebruikte filters en andere met olie besmeerde materialen in een
afzonderlijke, speciaal gekenmerkte container bewaren en milieu-
vriendelijk verwerken.
Stationair en maximum toerental mogen niet veranderd worden,
aangezien deze de uitlaatgaswaarden beïnvloeden en schade aan
motor en aandrijving kunnen veroorzaken.
Motor en uitlaatgassysteem werken bij hoge temperaturen. Brand-
bare materialen uit de buurt houden en geen hete oppervlakken
aanraken.
Koelvloeistof alleen controleren en verversen bij koude motor.
Koelvloeistof opvangen en milieuvriendelijk verwerken.
Vóór werkzaamheden aan elektrische installatiedelen de accu iso-
leren en afdekken met isolerend materiaal.
Geen zekering met een hoger ampèregetal dan aangegeven erin
zetten resp. geen zekering overbruggen.
Bij werkzaamheden aan de accu is roken en open vuur verboden!
Geen gereedschappen of andere metalen voorwerpen op de accu
leggen.
Bij werkzaamheden aan de accu geen sieraden (horloges, ket-
tingen enz.) dragen.
Aansluitkabels van de accu mogen niet tegen delen van de
machine aanstoten of schuren.
Reinigingswerkzaamheden nooit uitvoeren bij lopende motor.
Vóór reinigingswerkzaamheden aan motor en uitlaatgassysteem
de motor laten afkoelen.
Nooit benzine of andere licht ontvlambare stoffen gebruiken voor
de reiniging.
Bij het reinigen met een hogedrukreiniger alle elektrische compo-
nenten en isolatiemateriaal niet blootstellen aan een directe straal
resp. deze van tevoren afdekken.
Waterstraal niet direct in de uitlaat en het luchtfilter houden.
Als de machine gedurende langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld,
dan moeten verschillende voorwaarden vervuld en zowel vóór als
na de stillegging onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden
Ä Hoofdstuk 8.13.6 „Maatregelen bij langere stillegging van de
machine" op pagina 150.
D.ONE