Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw
Voorbeeld:
Ventiel DN 100 met nom. slag 30 mm en
aandrijving 1400 cm
mm, nom. signaalbereik 0,2 ... 1 bar.
Bij een halve ventielslag resulteert een bruik-
baar signaalbereik van 0,2...0,6 bar.
Opgelet!
Aandrijvingen, die zonder ventiel al
door de leverancier zijn voorgespan-
nen, worden via een sticker gemar-
keerd.
Bovendien herkent men op de onder-
ste membraanschaal drie verlengde
bouten met moeren.
8
EB 8251 NL
2
met nom. slag 60
3
Inbouw
3.1
Inbouwpositie
Het omvormventiel moet staande met de
aandrijving naar boven in een horizontale
leiding worden ingebouwd.
Opgelet!
De inbouw van het ventiel moet zo trillings-
vrij mogelijk en zonder spanning plaatsvin-
den. Om te waarborgen dat de door de
stoom meegevoerde pakkingdeeltjes, laspa-
rels en andere vreemde stoffen het optimaal
functioneren van het ventiel niet nadelig
kunnen beïnvloeden, moet de stoomleiding
absoluut worden gebeitst en doorgeblazen.
Wanneer er geen bijbehorend overgangs-
stuk voor het ventiel ter beschikking staat,
dan moeten de aandrijving met ventielbo-
vendeel, spanelement en stromingsverdeler
worden gedemonteerd en moet op het ven-
tielhuis een blindflens worden aangebracht..
3.2
Condenspot
Op de laagste positie in de voor- en perszij-
de moeten verzamelsokken met condenspot-
ten worden aangebracht, om betrouwbaar
functioneren van de installatie te waarbor-
gen.
3.3
Wateraansluiting
In de ingangsleiding voor de watertoevoer
moet absoluut een terugslagklep worden
ingebouwd om waterslag te vermijden. Bo-
vendien verdient het aanbeveling, daar een
filter in te bouwen.
Advertenties
Inhoudsopgave
