Veiligheidsinstructies
Bekijk uw oven goed
Pak de magnetronoven uit, verwijder al
het verpakkingsmateriaal en controleer
het apparaat op beschadigingen, zoals
deukjes, afgebroken deurgrendels
of scheurtjes in de deur. Als u een
beschadiging constateert, breng uw
verkoper hier dan onmiddellijk van
op de hoogte. Installeer nooit een
beschadigde oven.
Instructies over de
aardaansluiting
Als het stopcontact niet is geaard, dan
is de klant zelf verantwoordelijk voor
Plaatsing van uw oven
Deze oven is bedoeld voor gebruik
op een werkblad en als inbouwoven.
Hij is niet bedoeld voor gebruik in een
kast. Raadpleeg Uw oven inbouwen op
pagina 50.
Gebruik op een werkblad:
1. Plaats de oven op een vlak, stabiel
oppervlak meer dan 85 cm boven de
vloer, met de achterkant naar een
muur gericht.
2. Wanneer de magnetronoven is
geïnstalleerd, dan moet u de stroom
eenvoudig kunnen uitschakelen
door de stekker uit het stopcontact
te trekken of een stroomschakelaar
te bedienen.
3. Voor een correcte bediening moet
er voldoende luchtcirculatie zijn voor
de magnetronoven.
a. Houd aan de ene kant 5 cm vrij
en laat de andere kant open;
15 cm ruimte aan de bovenkant;
10 cm aan de achterkant.
5 cm
8
NL
15 cm
10 cm
Vrije
Open
ruimte
de installatie van een correct geaarde
wandcontactdoos.
Belangrijk!
Dit apparaat moet
in verband met uw veiligheid
correct geaard zijn.
Bedrijfsspanning
De spanning moet overeenkomen
met de spanning die is vermeld op het
label van de magnetronoven. Als er
een hogere spanning wordt gebruik,
dan kan dit leiden tot brand of andere
schade.
b. Als één zijkant van de oven
tegen een muur plaatst, moet de
andere zijkant of de bovenkant
geheel vrij zijn.
4. Plaats deze magnetronoven niet
naast een elektrische kookplaat of
gasfornuis.
5. Verwijder de voetsteunen niet.
6. Deze magnetronoven is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk gebruik.
Niet buitenshuis gebruiken.
7. Gebruik de oven niet in een zeer
vochtige omgeving.
8. De netkabel mag de buitenkant van
de magnetronoven niet aanraken.
Houd het snoer uit de buurt van
hete oppervlakken. Laat het snoer
niet over de rand van een tafel of
werkblad hangen. Dompel het snoer,
de stekker of de magnetronoven niet
onder in water.
9. Blokeer de ventilatieopeningen aan
de zijkanten en de achterkant van
de magnetronoven niet. Als deze
openingen zijn geblokkeerd terwijl
de magnetronoven in bedrijf is,
dan kan hij oververhit raken. In dit
geval heeft de magnetronoven een
thermische beveiliging, zodat hij
pas weer functioneert zodra hij is
afgekoeld.