Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud

9
Onderhoud
Verwachte levensduur van de pomp‐
slang
Interval
Na langere stilstand
ca. 6 maanden*
ca. jaarlijks*
50
Kwalificatie gebruiker: geschoolde gebruiker,
n
„Kwalificatie van gebruiker" op pagina 12
bepalen van de levensduur van de pompslang
Controleer de pompslang aan het begin van het
pompproces regelmatig, indien nodig dagelijks, op
slijtage. Uit de hieruit opgedane informatie en uit
ervaring, kan dan een verwachte levensduur en
daarmee een vervangingsinterval voor de pomp‐
slang worden afgeleid.
De levensduur van de pompslang bedraagt tussen 200 en 2000
bedrijfsuren. Dit bereik is het resultaat van verschillende toepas‐
singen. De persdruk van de glijschoen, resp. de rollen op de pomp‐
slang is van rechtstreekse invloed op de levensduur.
Een negatieve invloed op de levensduur van de pompslang
hebben:
een hoge tegendruk,
n
een hoog toerental,
n
een hoge temperatuur,
n
slijtende pompmedia,
n
chemische belasting,
n
een lange inschakelduur.
n
Hoe hoger bijv. de tegendruk is, des te harder moet de pompslang
worden samengedrukt om terugstromingen te voorkomen. Ook een
hogere temperatuur verkort de levensduur van een pompslang.
Ook de gebruiksduren van de verschillende slangsoorten zijn ver‐
schillend. De primaire factor is het toerental van de slangenpomp,
aangezien het aantal samendrukkingen automatisch de levensduur
van de pompslang bepaalt. Hoe sneller de rotor draait, des te
hoger is de pompcapaciteit. Bij hogere toerentallen wordt de pomp‐
slang zwaarder belast. Voor een optimaal design van de slangen‐
pomp moet daarom zo nauwkeurig mogelijk worden aangegeven,
hoe vaak en hoe lang de slangenpomp in bedrijf zal zijn. Wanneer
betrouwbare cijfers beschikbaar zijn, kan van de te verwachten
gebruiksduur van de pompslang een inschatting worden gemaakt.
Onderhoudstaak
Controleer de staat van en de doorloop door de zuigleiding en de persleiding
en verhelp eventuele gebreken.
Controleer:
De doseereenheid visueel
n
De lekdichtheid van de pompslang
n
De lekdichtheid van de slangaansluitingen
n
De lekdichtheid van de koppelingen
n
De pompslang vervangen.
* Afhankelijk van het doseermedium en de bedrijfsomstandig‐
heden, kunnen eventueel kortere intervallen noodzakelijk zijn, dit
dient door de exploitant te worden vastgelegd.
De aandrijving is onderhoudsvrij.
Ä Hoofdstuk 3.2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave