Inhoudsopgave
Advertenties
Instellen
Eindconcentratie instellen
Wilt u een eindconcentratie instellen?
„CONTACT"
Bedrijfsmodus
Doseercapaciteit / bedrijfsmodus
„CONTACT"
Het doseervolume per contact
„VOLUM"
„FACTOR"
Factor pulsafstand
7.3 Bedieningsmenu
Het bedieningsmenu bereikt u:
34
2.
Gebruik de
[pijltoetsen] om de gewenste doseercapaciteit in
te stellen.
ð De aanduiding
capaciteit aan in %.
(Typische toepassing: proportionele dosering van vlokmiddel in het
zwembad)
1.
Druk herhaald op toets
schijnt op de eerste regel van het lcd-display.
[P] ingedrukt en voer met behulp van de
2.
Houd de toets
[pijltjestoetsen] de aanwezige circulatiecapaciteit in.
ð Op het lcd-display verschijnt de aanduiding
[pijltoetsen] om de gewenste eindconcentratie in
3.
Gebruik de
te stellen.
„CONTACT" kunt u de gewenste eindconcen‐
In de bedrijfsmodus
tratie invoeren in ppm.
Deze waarde wordt opnieuw berekend, wanneer het doseervolume
per contact wordt gewijzigd.
Om van bedrijfsmodus van de doseerpomp te veranderen
Ä Hoofdstuk 7.3.2 „Bedrijfsmodus wijzigen (menu „MODE" )"
op pagina 38 .
Voor de pompen voor actief kool en het vlokmiddel kunt u de
doseercapaciteit instellen tussen 0,5 en 100%, en voor de chemi‐
caliënpomp tussen 0,5 en 100 l/h.
„CONTACT" verschijnt op het display aanvullend
Bij weergave van
een kleine 'm', wanneer de geheugenfunctie (
ingeschakeld en in het geheugen contacten klaarstaan voor ver‐
werking.
Hier kunt u het doseervolume per contact instellen in ml per con‐
tact. Deze waarde wordt automatisch opnieuw berekend, wanneer
de eindconcentratie wordt gewijzigd.
Hier kunt u de pulsafstand instellen in liter per contact.
Zo betekent 10.0 bijvoorbeeld 10 liter per contact.
Voorwaarde:
De pomp is gestopt.
Er is een toegangscode ingesteld.
1.
Druk ca. 2 seconden lang op de toets
„CODE" verschijnt.
ð De vraag
„HANDMATIG" geeft de actuele doseer‐
[P] , tot de aanduiding „FLOW" ver‐
„GEHEUGEN" ) is
[P] .
„CONC" .
Advertenties
Inhoudsopgave
