Instellen
7
Instellen
7.1 Bedieningsconsole
7.1.1 LCD-display
Tab. 2: De weergegeven symbolen hebben de volgende betekenissen:
Symbool
28
De bediening verloopt via de bedieningsconsole aan de rechter‐
zijde van het apparaat.
2
Afb. 13: Bedieningsconsole
1
LCD-display
2
LED
3
Bedieningstoetsen
Het LCD-display bestaat uit twee delen. De helderheid van het dis‐
play kan worden ingesteld - zie hoofdstuk "Instellen LCD-contrast".
Betekenis
[P] is actief.
De toets
Druk op deze toets om naar de volgende parameter te springen.
[OMLAAG] en [OMHOOG] zijn actief.
De pijltjestoetsen
[OMLAAG] is actief.
De pijltjestoets
De maximale waarde of het bovenste submenu is bereikt.
[OMHOOG] is actief.
De pijltjestoets
De minimale waarde of het onderste submenu is bereikt.
1
2
3
P_DX_0031_SW