Instellen van het niveau voor lage tonen
3
*7
-3
Draai aan de draaiknop om het gewenste niveau
voor lage tonen te selecteren (–7~+7).
U kunt de lage tonen versterken of verzwakken.
4
Houd
/ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Het niveau voor de lage tonen zal afzonderlijk voor elke bron worden
opgeslagen (FM, MW (LW), CD, enz.) tot de instelling wordt
veranderd. Aanpassingen aan de frequentie en bandbreedte van de
lage tonen bij één bron worden eveneens doorgevoerd in de andere
bronnen (FM, MW (LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten, werken sommige functies
en schermaanduidingen niet. Het niveau van de lage tonen kan
echter nog steeds worden aangepast wanneer een audioprocessor
met een functie voor lage tonen wordt aangesloten.
5
*
Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast (Zie "De subwoofer in- of uitschakelen"
(pagina 18)).
6
*
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
7
*
De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
draaiknop (AUDIO). Zie "Regelen van subwoofer-niveau/niveau
lage tonen (bass)/niveau hoge tonen (treble)/balans (balance) (tussen
links en rechts)/fader (tussen voor en achter)/autovolume (auto
volume)/defeat" (pagina 16).
Instellen van de regeling voor hoge
tonen
U kunt de frequentie van de hoge tonen aanpassen om uw eigen
toonvoorkeur te creëren.
1
Druk op SOUND SETUP om de modus
Geluidsinstelling te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de aanpassingsmodus
voor de hoge tonen (Treble) te selecteren en druk
vervolgens op
/ENT.
8
9
SUBW. Level*
Bass*
Black Out
SUBW. Level
De centerfrequentie van de hoge tonen
instellen
3
-1 Druk op BAND/TA om de gewenste centerfrequentie
van de hoge tonen in te stellen.
10 kHz
12,5 kHz
15 kHz
Benadrukt het weergegeven frequentiebereik van de hoge
tonen.
9
9
Treble*
HPF*
17,5 kHz
10 kHz
Instellen van het niveau voor hoge tonen
3
*10
-2
Draai aan de draaiknop om het gewenste niveau
voor hoge tonen te selecteren (–7~+7).
U kunt de hoge tonen versterken of verzwakken.
4
Houd
/ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Het niveau voor de hoge tonen zal afzonderlijk voor elke bron
worden opgeslagen (FM, MW (LW), CD, enz.) tot de instelling wordt
veranderd. Aanpassingen aan de frequentie van de hoge tonen bij één
bron worden eveneens doorgevoerd in de andere bronnen (FM, MW
(LW), CD, enz.).
• Afhankelijk van de aangesloten apparaten, werken sommige functies
en schermaanduidingen niet. Het niveau van de hoge tonen kan
echter nog steeds worden aangepast wanneer een audioprocessor
met een functie voor hoge tonen wordt aangesloten.
8
*
Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast (Zie "De subwoofer in- of uitschakelen"
(pagina 18)).
9
*
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
10
*
De aanpassing kan ook worden doorgevoerd door te drukken op
draaiknop (AUDIO). Zie "Regelen van subwoofer-niveau/niveau
lage tonen (bass)/niveau hoge tonen (treble)/balans (balance) (tussen
links en rechts)/fader (tussen voor en achter)/autovolume (auto
volume)/defeat" (pagina 16).
De hoogdoorlaatfilter aanpassen
De hoogdoorlaatfilter op dit toestel kan worden aangepast aan uw
persoonlijke smaak.
1
Druk op SOUND SETUP om de modus
Geluidsinstelling te activeren.
2
Draai aan de draaiknop om de aanpassingsmodus
voor de hoogdoorlaatfilter (HPF) te selecteren en
druk vervolgens op
11
SUBW. Level*
Bass*
Black Out
SUBW. Level
3
Draai aan de draaiknop om de frequentie van de
hoogdoorlaatfilter te selecteren.
OFF
80 Hz
120 Hz
4
Houd
/ESC gedurende minstens 2 seconden
ingedrukt om naar de normale modus terug te keren.
• Wanneer gedurende 15 seconden geen handeling wordt uitgevoerd,
schakelt het toestel automatisch terug naar de normale modus.
• Deze instelling kan niet worden doorgevoerd wanneer een externe
audioprocessor is aangesloten.
11
*
Wanneer de subwoofer-modus op OFF staat, kan het niveau ervan
niet worden aangepast (Zie "De subwoofer in- of uitschakelen"
(pagina 18)).
12
*
Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer DEFEAT op ON
staat.
/ENT.
12
12
12
Treble*
HPF*
160 Hz
17
-NL