(2) Storten-functie gebruiken tot de bovenste
dwarsbalk van het wisselframe onder de
haak van het werktuig ligt.
(3) Tot net voor het werktuig rijden.
(4) Tractor voorzichtig vooruit rijden tot de
dwarsbalk van het wisselframe tegen het
werktuig ligt.
(5) Scheppen-functie gebruiken en daarbij een
beetje vooruit rijden tot de dwarsbalk
ingehaakt is.
De werktuigvergrendeling sluit zelfstandig.
(6) Werktuigvergrendeling controleren
(zie 6.4.1 Mechanische
werktuigvergrendeling aan het Euro- en
combiwisselframe bedienen).
89
Fig. 96
Arm positioneren
Fig. 97
Benaderen
Fig. 98
Inhaken
Fig. 99
Werktuigvergrendeling activeren
B58FZ2 0000000186 NL 003
BEDIENING
B086
B07O
B07P
B07Q