Inhoudsopgave Voor het ingebruik nemen Veiligheid en ongevallenpreventie Gegevens Beschrijving/Gebruik Gebruik 5.1 Bediening 5.2 Hydrauliek 5.3 Voorlader monteren 5.4 Voorlader verwijderen 5.5 Werktuigen-snelwisselframe 5.6 Hydraulische werktuigenbediening 5.8 Hydrauliekschema 5.9 Mechanische parallelgeleiding 5.10 3e en 4e functie 5.11 Hydrauliekschema met 3e functie 5.12 Hydrauliekschema met 3e en 4e functie 5.13 Elektrische-uitrusting 3e en 4e functie Montage verzwaringsgewicht op de trekker bij gebruik van de voorlader...
Licht ook de gebruiker in over veiligheidsvoorschriften. Gebruik overeenkomstig de bestemming De STOLL voorlader type Robust F is uitsluitend geconstrueerd voor normaal gebruik in de landbouw en de bosbouw. Hij mag alleen worden gebruikt met de daarvoor speciaal door STOLL bestemde werktuigen.
Pagina 4
-- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- Verblijf van personen binnen gevaarlijke afstand van de voorlader is verboden! Van toepassing zijnde voorschriften ter voorkoming von ongevallen, alsmede overige algemeen aanvaarde bepalingen op het gebied van veiligheid en wegverkeer moeten absoluut worden nagekomen. -- ▲...
2. Veiligheid en ongevallenpreventie De meeste ongelukken in de landbouw worden veroorzaakt doordat de eenvoudigste veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Veiligheidsvoorschrift Een voorzichtig bedieningspersoon is de beste bedieningspersoon. De meeste ongelukken kunnen worden voorkomen door het in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften.
Pagina 6
Personen-Veiligheid: -- ▲ -- Pas op -- ▲ -- De woorden PAS OP worden gebruikt in gevallen dat een veilige bediening, overeenkomstig de bedienings-en onderhoudinstructies en de algemene veiligheidsvoorschriften, de gebruiker en derden beschermt tegen ongelukken. -- ▲ -- Waarschuwing -- ▲ -- Het woord WAARSCHUWING betekent een mogelijk of verborgen gevaar, die ernstige verwondingen tot gevolg kunnen hebben.
Pagina 7
-- ▲ -- Pas op -- ▲ -- 1. Voorladers mogen alleen op landbouwtrekkers gebouwd worden die een blokkeerbaar hydraulisch syst eem hebben , zo niet dan dient een afsluitkraan tussen gebouwd te worden -- ▲ -- Pas op -- ▲ -- 2.
Pagina 8
-- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- 5. U mag nooit repareren, reinigen of smeren als de voorlader geheven is! Laat in die gevallen eerst de voorlader zakken of verwijder hem. Bij uitgeschakelde trekkermotor, moet de voorlader op de grond rusten.
Pagina 9
-- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- 9. Tijdens het heffen van pallets of balen hoger dan de cabine is er een verhoogd risico dat de goederen die vallen op de bestuurder terecht komen. De cabine of rolbeugel bieden in sommige gevallen slechts gedeeltelijk bescherming voor de bestuurder.
Pagina 10
-- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- 12. Verder dient u alle wettelijke voorschriften op het gebied van de veiligheid en het verkeer stipt op te volgen. -- ▲ -- Pas op -- ▲ -- 13. Zet de voorlader alleen weg op een vaste ondergrond.
Pagina 11
-- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- 16. Vloeistoffen (hydraulische olie) onder hoge druk dringen (gemakkelijk) door de huid; raadpleeg bij verwondingen meteen een arts! Gevaar voor infektie en bloedvergiftiging! -- ▲ -- Pas op -- ▲ -- 17. Kontroleer hydraulische slangen regelmatig en vernieuw ze bij beschadiging of veroudering direkt! Vervangende onderdelen moeten op zijn...
4. Beschrijving/Gebruik STOLL voorladers Robust F Type 4 HDPM - 71 HDPM met hydraulische werktuigenbediening zijn bestemd voor montage op landbouwtrekkers. Ze zijn uitgevoerd met een rij-in rij-uit snelkoppelsysteem en hebben voor alle trekkermerken hetzelfde basisconcept. Ze bestaan uit: De ladereenheid die gereed is voor montage...
Pagina 14
De laderarm is gemaakt volgens het kokerbalkprincipe en vervaardigd uit zeer hoogwaardig staal. De laderarm is standaard uitgerust met een snelwisselframe voor moeiteloze aan- en afkoppeling van werktuigen. De laderarm wordt middels een wig vergrendelt aan de aanbouwdelen van de trekker.
5. Gebruik 5.1 Bediening Algemeen Een normale vaardigheid van de trekkerbestuurder en enig begrip voor de werking van een voorlader zijn voldoende voor een probleemloze bediening. Goed voorladerwerk is al snel heel gewoon. De trekkerbestuurder kan alle werkzaamheden met de voorlader alleen uitvoeren.
-- ! -- Opgelet -- ! -- Tijdens het laden moeten de trekkervoorwielen altijd recht vooruit staan! Overmatig snel zakken en (met name) ook het abrupt stoppen van deze beweging dient te worden vermeden vanwege de gevaarlijke stootsgewijze belasting op de vooras. Verder dient u alle wettelijke voorschriften op het gebied van de veiligheid en het verkeer stipt op te volgen.
5.3 Voorlader monteren -- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- Het aan - of afkoppelen van de laderarm mag alleen gebeuren door de bestuurder. Ontgrendel hendel (1) en rijd zover in de hefarmen tot de pennen (2) in de driehoekige snelsluitconsoles tegen de aanslag in de vanghaken liggen.
-- ! -- Opgelet -- ! -- Stel de vergrendeling na eerste montage als volgt na: Draai moer (4) los en stel bout (5) zo af dat het spannen in stand (b) van de hendel begint en in stand (c) maximaal is. Draai contramoer (4) weer vast.
Hef de voorlader, ontgrendel hendel (1) en zet hem in stand (a). Laat de voorlader op de grond zakken, rijd iets vooruit, laat het regelventiel daarbij op "zakken" staan tot de pennen (2) uit de vanghaken glijden en op de geleidebaan liggen.
Pagina 20
Afzetsteunen uitklappen Om de steunpoten uit te klappen pakt u het naar boven wijzende uiteinde vast en duwt het schuin naar beneden richting de trekker totdat deze ontgrendeld is. daarna op de grond leggen. De steunpoten worden door geveerde plaatjes automatisch vergrendeld.
Pagina 21
De geveerde plaatjes klemmen de steunpoot vast. Regelmatig invetten voor een soepele werking. Lees voor montage resp. verwijdering van de voorlader de sticker met aanwijzingen op de driehoekige snelsluitconsole. Hydro-Fix Neem de opmerkingen voor het gebruik van Hydro-Fix in acht! -- ! -- Opgelet -- ! -- Bij Hydro-Fix slangkoppelingen moeten de diverse koppelingsdelen tijdens het...
5.5 Werktuigen-snelwisselframe -- ▲ -- Pas op -- ▲ -- Het aan - of afkoppelen van de laderarm mag alleen gebeuren door de bestuurder. Werktuigen bevestigen. 1. De handgreep van de werktuigvergrendelstang aan de linkerzijde van het snelwisselframe uittrekken, naar rechts draaien tot de op de handgreep bevestigde bus tegen de onderzijde van het sleufgat afsteunt, waardoor de handgreep in...
-- ! -- Opgelet -- ! -- De vergrendeling van de werktuigvergrendelstang altijd visueel controleren of deze goed vergrendeld is.(zie fig.LHO1013A) 5. Zorg er na bevestiging van het werktuig voor dat de bakstandindicator van de cilinder in uw gezichtsveld bij een horizontaal geplaatst werktuig aan de bovenzijde gelijk ligt.
Pagina 25
4. Mogelijkheid het werktuig te laten schudden in geval van een snel aanklevende lading (natte grond b.v.). De hydraulische werktuigenbediening (wijziging van de kiphoek van het werktuig) gebeurt via synchroon bewegende hydraulische cilinders, die zijn geintegreerd in het stangenstelsel van de parallelgeleiding. Bij de synchroon bewegende cilinders (zie afb.
Pagina 26
-- ! -- Opgelet -- ! -- Bij het afkippen van werktuigen moet u het regelventiel op "zakken" instellen en het motortoerental zover verhogen tot er voldoende olie naar de "afkipzijde" van de werktuigcilinder wordt gepompt. Bij een 4-standen regelventiel mag u het afkippen nooit in de zweefstand uitvoeren.
5.9 Werking van de mechanische parallelgeleiding Bij het heffen en zakken van de voorlader zorgen geleidestangen voor een nauwkeurige parallelgeleiding van het werktuig over het totale hefbereik. Het onderste gedeelte van de geleidestangen wordt daarbij altijd gevormd door de af fabriek gemonteerde synchroon bewegende hydraulische cilinders voor de werktuigenbediening.
5.10 8. Elektr. bediend hydr. ventiel voor 3e resp. 4e stuurcircuit (functie) Voor werktuigen met geintegreerde hydraulische cilinders, zoals b.v. kuilvoeruithaalklemmen, balengrijpers, pakkenvorken e.d. is - zonder extra dubbelwerkend trekkerregelventiel - bediening van een extra 3e resp. 4e stuurcircuit (oliecircuit) mogelijk. Het 2e stuurcircuit voor de werktuigenbediening is, via een elektrisch bediend hydraulisch ventiel, omschakelbaar naar een 3e resp.
5.12 Hydraulikschema 3e en 4e functie Hydraulikschema Robust F HDPM A - Laderarm A1 - Laderarm zakken (dubbelw.) A2 - Laderarm heffen B - Werktuig B3 - Werktuig afkippen B4 - Werktuig scheppen C - 3e functie D - 4e functie...
6. Montage verzwaringsgewicht op de trekker bij gebruik van de voorlader Vanwege de veiligheid tijdens het werk en in het wegverkeer, moet de trekker bij montage van een voorlader worden uitgerust met een verzwaringsgewicht aan de 3-punts hefinrichting achter. Controleer verder tijdig of de besturing optimaal functioneert en of bij gebruik van de voorlader voldoende remcapaciteit verzekerd Om overbelasting van de trekker te...
Bij gebruik van de voorlader adviseren we ook in geval van vierwielaandrijving een verzwaringsgewicht in de driepunts hefinrichting achter te monteren. Na 10 bedrijfsuren dienen alle bevestigingsbouten en -moeren absoluut te worden nagetrokken. Controleer na 100 bedrijfsuren of alle schroefverbindingen nog goed vastzitten en trek ze zonodig na.
-- ▲ -- Gevaarlijk -- ▲ -- Het is verboden met een geladen werktuig op de openbare weg te rijden. 8.2 Max. toegestane belasting van lepels van palletvorken De maximaal toegestane belasting per lepel van een palletvork (van max. 750 kg) in het afstand van 450 mm mag niet worden overschreden.
Pagina 36
-- ! -- Opgelet -- ! -- 2. Bij frontladerwerk met korte transportafstanden, bijv. bij grondverzet, dient bij "Comfort-Drive" de afsluitkraan tussen de hefaansluiting van de frontladercilinder en de extra aangebrachte accumulator gesloten te worden. Bij maximale frontladerbelasting is de steeds wisselende belasting nadelig voor de membranen en bovendien kan bij dergelijk zwaar frontladerwerk een zeker veereffect...
10. Storingen (oplossingen) Storing Oorzaak Oplossingen a) Geringe hef- en opbreekkracht Te weinig oliedruk. Hydrauliek van de trekker testen. Bowdenkabels verleggen en opnieuw proberen. b) Eenhendelbediening gaat zwaar. Zwaar lopende bowdenkabels. Bowdenkabels smeren of vernieuwen. 1) Te weinig olie in het systeem. Oliepeil controleren en indien nodig bijvullen.
Garantie Controleer na levering van uw STOLL ROBUST F VOORLADER direct of deze compleet is. Reclameer eventuele manco's of beschadigingen direct bij de expediteur en laat deze hiervan een aantekening maken op de vrachtbrief. Binnen de garantietermijn (1 jaar gerekend...
Pagina 42
Voor niet door STOLL gefabriceerde delen (b.v. hydraulisch systeem) gelden alleen de garantievoorwaarden die de betreffende fabrikant hanteert.