Afhankelijk van de uitrusting van de tractor
beschikt deze over verschillende
bedieningshendels voor de frontlader. In de
meeste gevallen gaat het om een kruishendel of
een joystick. Enkele tractoren beschikken over
2 bedieningshendels voor de besturing van de
frontlader.
De afbeeldingen tonen de configuratie voor één
bedieningshendel (zie Fig. 65) en
2 bedieningshendels (zie Fig. 66) in
bovenaanzicht.
De rode symbolen bevinden zich ook op
de bedieningshendels in de tractor. Als
deze symbolen ontbreken, brengt u ze
volgens DIN EN 12525 aan om de functies
eenduidig te markeren.
Positie
Configuratie
0
Nulpositie
A
Storten
B
Scheppen
C
Optillen
D
neerlaten
S
Zweefstand
De zweefstand is de enige positie waarop
de hendel mag vastklikken.
6.1.2
Bedieningshefboom van de tractor
⚠
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels door onverwachte bewegingen van de frontlader!
Door onbedoeld in werking stellen van de bedieningshendel of door geprogrammeerde processen kan
de frontlader onverwacht bewegen. Personen in de omgeving kunnen daarbij verwond worden.
Bedieningshendel op de nulpositie vergrendelen indien de frontlader niet benodigd is.
Indien een vergrendeling van de bedieningshendel niet mogelijk is, afsluitkraan in de hydraulische
leiding voor Optillen sluiten.
Vergrendeling van de hydraulische bedieningsapparaten stilleggen.
Andere werktuigen aan de tractor voor het gebruik van de frontlader stilleggen of scheiden.
Frontlader voor het gebruik van andere apparaten stilleggen of scheiden.
Nooit geprogrammeerde procedures gebruiken voor de frontlader.
67
B B
Fig. 65
Configuratie bij één bedieningshendel
S S
D D
0
0
C C
Fig. 66
Configuratie bij 2 bedieningshendels
B58FZ2 0000000186 NL 003
BEDIENING
S S
D D
0
0
A A
C C
B01N
A A
0
0
B B
B01P