9.
U zou uw dimlichten overdag moeten aanhouden zodat u beter zichtbaar
bent.
10.
Normaal rijdt u met het voertuig in het midden van het rijvak.
11.
In tegenstelling tot een gewone motorfiets, zou u er een gewoonte van
moeten maken om tegelijk te remmen en te draaien.
12.
In normale omstandigheden, moet u op uw voorligger een afstand bewa-
ren van minstens ________ .
a. 1 seconde
b. 2 seconden
c. 3 seconden
13.
Vervoer nooit brandbaar materiaal, zoals benzine, in de opbergvakken,
zelfs niet in goedgekeurde bidons.
14.
Som vijf manieren op waardoor andere bestuurders u makkelijker kun-
nen opmerken.
1. ____________________
2. ____________________
3. ____________________
4. ____________________
5. ____________________
15.
Als u remt op oppervlakken met een minder dan ideale tractie, dient u
pompend te remmen om de controle over het voertuig te bewaren.
16.
De maximale belasting van het voertuig omvat de bestuurder, passagier,
lading en alle accessoires.
17.
Het voertuig kan veilig een aanhangwagen slepen zolang het totale ge-
trokken gewicht niet meer bedraagt dan 180 kg (400 lb).
Waar
Waar
Waar
Waar
Waar
Waar
Waar
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
TEST UW KENNIS
Niet waar
Niet waar
Niet waar
Niet waar
Niet waar
Niet waar
Niet waar
95