8) Zwenken
Doel
- Vertrouwd raken met de besturing
van het voertuig bij snelle manoeu-
vres.
- Probeer verschillende varianten van
remmen en uitwijken.
Aanwijzingen
Hiervoor moet u het terrein aanpas-
sen. Stel de bakens op zoals in het
onderstaande schema. Gebruik voor
deze oefening als bakens geen vaste
of harde, zware voorwerpen.
- Nader de dubbele kegels met onge-
veer 8 km/h (5 mi/h) en behoud de
snelheid gedurende de oefening.
- Stuur rond de lijn van de kegels.
- Rij eruit door de tweede set dub-
bele kegels.
- Herhaal de oefening meermaals
door uit te zwenken in de twee rich-
tingen.
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
1
1
rmo2008-001-049_a
1.
6 m (20 ft)
2.
3 m (10 ft)
3.
2,5 m (8 ft)
Tips voor extra oefeningen
- U kunt uw aanloopsnelheid gelei-
delijk opvoeren (tot niet meer dan
13 km/h naar 19 km/h (8 mi/h naar
12 mi/h)) en een paar varianten uit-
proberen. Nader bijvoorbeeld snel-
ler en vertraag voordat u de oefe-
ning inrijdt, rem tijdens het uitwijk-
manoeuvre, enz.
- Een helper kan aan de oefening
een verrassingselement toevoegen
door te bepalen in welke richting u
moet uitwijken of wanneer u moet
stoppen. Laat uw helper op een
veilige afstand staan (bv. voorbij het
einde van het oefenterrein). Als u
bij de eerste reeks bakens komt,
kan de helper met handsignalen de
richting aangeven waarin u moet
zwenken of waar u moet stoppen.
- Oefen met in de spiegels te kijken
en de dode hoek te controleren
voordat u uitwijkt.
2
3
2
75