Inhoudsopgave
Advertenties
DIAGNOSTISCHE RICHTLIJNEN
MERK OP
Laat het voertuig niet sle-
pen als het moet worden vervoerd.
Slepen kan het voertuig zware schade
toebrengen. Raadpleeg
in dit onderdeel voor gede-
VERVOEREN
tailleerde instructies.
Schakelt niet over naar
neutraal
Als in stilstand niet naar neutraal kan
worden geschakeld:
1. Het motortoerental wordt auto-
matisch opgevoerd tot ongeveer
1.300 RPM en wordt dan terug
naar het stationaire toerental ge-
bracht.
2. Dit wordt maximaal 3 keer gepro-
beerd.
3. Werkt dit niet, probeer dan nog-
maals hoger of lager te schakelen.
Schakelt niet
Laat het voertuig vervoeren naar de
dichtstbijzijnde Can-Am On-Road dea-
ler.
De motor start niet
De motor draait niet
1. Een schuivende veiligheidsmel-
ding op het multifunctionele instru-
mentenbord werd niet bevestigd.
‒ L
EES DE VEILIGHEIDSMELDING
EN DRUK VERVOLGENS OP DE
MODE-
KNOP
2. Motorstopschakelaar op UIT.
‒ Z
ORG ERVOOR DAT DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR OP
.
STAAT
3. Contactschakelaar op UIT.
142
HET VOERTUIG
(M
).
ODUS
AAN
‒ D
RAAI HET CONTACT OP
4. Accu leeg of een slechte aanslui-
ting op de accu.
‒ C
ONTROLEER DE LADING VAN DE
. H
ACCU
ERLAAD INDIEN NODIG
(
ZIE ONDERHOUDSPROCEDURES
‒ C
ONTROLEER DE AANSLUITINGEN
VAN DE ACCU IN HET OPBERGVAK
VOORAAN
).
CEDURES
5. Gesprongen zekering.
‒ C
ONTROLEER DE STAAT VAN DE
ZEKERING
H
OE VERVANGT U ZEKERINGEN EN
.
LAMPEN
6. De transmissie staat in een ver-
snelling.
‒ D
UW HET REMPEDAAL IN ALS EEN
VERSNELLING IS INGESCHAKELD
7. De sleutel wordt niet uitgelezen.
Als de sleutel niet door het blok-
keringssysteem kan worden uit-
gelezen, start de motor niet. De
volgende omstandigheden kunnen
ervoor zorgen dat de sleutel niet
door het blokkeringssysteem kan
worden uitgelezen:
- Beschadigde computerchip
- Groot metalen voorwerp bij de
sleutel
- Elektronisch apparaat bij de
sleutel
- Tweede elektronisch geco-
deerde sleutel bij de hoofdsleu-
tel
AAN.
(
ZIE ONDERHOUDSPRO-
(
ZIE HET ONDERDEEL
).
.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
