Inhoudsopgave
Advertenties
ONDERHOUDSPROCEDURES
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten giftig
koolmonoxide, dat in afgesloten of
slecht verluchte ruimtes snel hoge
concentraties kan bereiken. Als het
wordt ingeademd kan het letsel of
de dood veroorzaken. Laat de motor
uitsluitend in niet-afgesloten, goed
verluchte ruimtes draaien.
MERK OP
Het bijvullen van de olie bij
een koude motor resulteert in overvul-
len.
3. Stop de motor.
4. Controleer het oliepeil opnieuw.
MERK OP: Het motoroliepeil moet bin-
nen 2 minuten na het stoppen van de
motor worden gecontroleerd.
5. Herhaal de stappen hierboven tot
het oliepeil op de peilstok tussen
de onderste en bovenste marke-
ring is. Nooit te veel bijvullen.
6. Steek de peilstok correct in en duw
hem aan.
7. Sluit de zitting.
De motorolie en het oliefilter
vervangen
1. Zet het voertuig voordat u de olie
ververst op een vlak oppervlak.
MERK OP
De motorolie en de oliefil-
ter moeten beide tegelijk worden ver-
vangen. De oliewissel dient met een
warme motor te gebeuren.
LET OP
De motorolie kan erg heet zijn.
2. Reinig het gebied rondom de af-
tapplug onder het oliecarterpaneel.
122
3. Plaats een geschikte opvangbak
onder het oliecarterpaneel.
4. Draai de tankaftapplug los en werp
de dichtingsring en o-ringen weg.
219002072-067
TYPISCH
1.
Motorolieaftapplug
5. Verwijder de peilstok.
6. Laat voldoende tijd toe om volledig
leeg te laten lopen.
7. Reinig het gebied rondom de mag-
netische aftapplug in het koppe-
lingsdeksel.
8. Plaats een geschikte opvangbak
onder het koppelingsdeksel.
9. Verwijder de magnetische olieaf-
tapplug en werp de dichtingsring
weg.
1
219002072-068
TYPISCH
1.
Magnetische aftapplug koppelingsdeksel
10. Verwijder het onderhoudsdeksel
aan de linkerkant. Zie ONDER-
HOUDSDEKSELin UITRUSTING.
1
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
