VERVOER VAN HET VOERTUIG
Als uw voertuig moet worden vervoerd,
moet deze op een dieplader van de
juiste grootte en het juiste vermogen
worden geladen.
LET OP
Als het voertuig moet worden geduwd,
doe dat dan alleen langs de rechterkant
zodat u aan het rempedaal kunt raken.
Als u het voertuig naar achter trekt, let
dan op dat het voorwiel niet over uw
voeten rolt.
MERK OP
Sleep dit voertuig niet. Sle-
pen kan de aandrijving van het voertuig
ernstig beschadigen.
Wanneer u een sleep- of transport-
dienst contacteert, vraag dan zeker of
ze een aanhangwagen met een vlak
laadbed, een laadplatform of een ver-
stelbare laadbrug hebben om het voer-
tuig veilig op te tillen en spanbanden
om het vast te maken. Zorg ervoor
dat het voertuig correct wordt getrans-
porteerd volgens de instructies in dit
hoofdstuk.
MERK OP
Vermijd kettingen om het
voertuig mee vast te binden. Die kun-
nen de laklaag of de plastic componen-
ten beschadigen.
Om het voertuig te laden voor transport
gaat u als volgt te werk:
1. Zet de schakelhendel in NEU-
TRAAL (N).
2. Trek de sleutel uit het contactslot.
3. Plaats een spanband rond de on-
derste arm van elke voorophan-
ging.
rmo2010-001-097_a
1.
Onderste wieldraagarm
2.
Riem tussen de schokdemper en de rib
MERK OP
Plaats de riem niet over de
rib. Die kan anders breken.
4. Bevestig de riemen aan de lierka-
bel. Gebruik waar mogelijk kettin-
gen of extra riemen om de riemen
als hieronder aangegeven mee
aan de lierkabel te bevestigen om
schade aan het spatbord te vermij-
den.
rmo2008-001-066_a
TYPISCH
1.
Riem rond de onderste wieldraagarmen
vooraan
2.
Kettingen om schade aan het spatbord
te vermijden
3.
Lierkabel
5. Zorg ervoor dat de parkeerrem is
uitgeschakeld.
155