[84] Hoe te gebruiken
Gevoel. AF-volg. (stilstaand beeld)
U kunt de gevoeligheid van het AF-volgen tijdens het opnemen van stilstaande beelden
selecteren.
1. MENU →
Menu-onderdelen
5 (Hoog) / 4 / 3 (Gemiddeld) (standaardinstelling) / 2 / 1 (Laag):
Selecteer [5 (Hoog)] om snelbewegende onderwerpen op te nemen.
[85] Hoe te gebruiken
Gevoel. AF-volg. (bewegende beelden)
Bij het opnemen van bewegende beelden kunt u de gevoeligheid van AF-volgen instellen.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Hoog:
Stelt de AF-volggevoeligheid in op hoog. Deze functie is handig bij het opnemen van
bewegende beelden waarbij het onderwerp snel beweegt.
Gemiddeld (standaardinstelling):
Stelt de AF-volggevoeligheid in op normaal.
Laag:
Stelt de AF-volggevoeligheid in op laag.
[86] Hoe te gebruiken
De exacte afstand tot een onderwerp meten
De
-markering geeft de locatie van de beeldsensor* aan. Wanneer u de exacte afstand
meet tussen het apparaat en het onderwerp, kijk dan naar de positie van de horizontale lijn.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen
Gevoel. AF-volg.] → gewenste instelling.
Scherpstellen
Gevoel. AF-volg.] → gewenste instelling.
Scherpstellen