nemen.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand
2. MENU →
Als [Modusdraaiknopsch.] is ingesteld op [Aan], kunt u de gewenste instellingen
selecteren nadat u de stand van de functiekeuzeknop hebt veranderd.
3. Druk op de MOVIE (bewegend-beeld)-knop om met het opnemen te starten.
Druk nogmaals op de MOVIE-knop om het opnemen te stoppen.
Menu-onderdelen
Autom. programma:
Maakt het mogelijk om op te nemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde). Andere instellingen kunnen worden handmatig worden
gemaakt en de instellingen blijven behouden.
Diafragmavoorkeuze:
Maakt het mogelijk om op te nemen nadat de diafragmawaarde handmatig is ingesteld.
Sluitertijdvoorkeuze:
Maakt het mogelijk om op te nemen nadat de sluitertijd handmatig is ingesteld.
Handm. belichting:
Maakt het mogelijk om op te nemen nadat de belichting handmatig is ingesteld (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde).
(Diafragmavoorkeuze),
zijn alleen beschikbaar wanneer de scherpstellingsfunctie is ingesteld op "MF" (H.
scherpst.).
[45] Hoe te gebruiken
Zoom
Als een zoomlens is bevestigd, kunt u beelden vergroten door de zoomring van de lens te
draaien.
1. Draai de zoomring van de zoomlens om het onderwerp te vergroten.
Over andere [Zoom]-functies dan de optische zoom
Als u [Zoom-instelling] instelt op iets anders dan [Enkel optische zoom], kunt u andere
zoomfuncties gebruiken dan de optische zoom.
(Camera- instellingen) → [Film] → gewenste instelling.
(Sluitertijdvoorkeuze) en
De opnamefuncties gebruiken
(Film).
De zoom gebruiken
(Handm. belichting)