scherm en scherp te stellen op een extreem klein onderwerp in een smal gebied.
Uitgebr. flexibel punt:
Als het apparaat niet kan scherpstellen op een enkel geselecteerd punt, gebruikt het de acht
scherpstellingspunten rond het flexibel punt als tweede prioriteit om scherp te stellen.
Als de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden, volgt het apparaat het
onderwerp binnen het geselecteerde scherpstelgebied. Wijs met de cursor [AF-
vergrendeling] aan op het [Scherpstelgebied]-instelscherm, en selecteer daarna het
gewenste gebied waar het volgen moet beginnen met de linker-/rechterkant van het
besturingswiel. U kunt het gebied waarin het volgen begint verplaatsen naar het gewenste
punt door het gebied aan te wijzen als het flexibele punt.
[66] Hoe te gebruiken
Centr. AF-vergrend.
Wanneer u op de middenknop drukt, detecteert de camera het onderwerp dat zich in het
midden van het scherm bevindt, waarna de camera dat onderwerp blijft volgen.
1. MENU →
2. Plaats het doelframe (A) rond het onderwerp en druk op
besturingswiel.
Druk nogmaals op
Als de camera het onderwerp kwijtraakt, kan hij detecteren wanneer het onderwerp
weer terugkomt op de monitor en hervat hij het volgen.
3. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.
AF-vergrendeling:
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [Centr. AF-vergrend.] → [Aan]
om het volgen te stoppen.
Scherpstellen
in het midden van het