MENU →
(Camera- instellingen) → [Zoom] → gewenste instelling.
[46] Hoe te gebruiken
De zoomfuncties die beschikbaar zijn op het apparaat
De zoomfunctie van het apparaat levert een hogere zoomvergroting door meerdere
zoomfuncties te combineren. Het pictogram dat op het scherm wordt afgebeeld, verandert
met de geselecteerde zoomfunctie.
(1) Optische-zoombereik
Zoomt de beelden binnen het zoombereik van een lens.
(2) Slimme-zoombereik (
Zoomt beelden zonder dat de oorspronkelijke kwaliteit verslechtert door een beeld
gedeeltelijk af te snijden (alleen wanneer het beeldformaat [M] of [S]).
(3) Helder-Beeld-Zoom-bereik (
Zoomt beelden met behulp van beeldbewerking met minder vervorming. Stel [Zoom-
instelling] eerst in op [Aan:HelderBldZoom] of [Aan: Digitale zoom].
(4) Digitale-zoombereik (
U kunt beelden vergroten met behulp van beeldbewerking. Als u [Aan: Digitale zoom]
selecteert voor [Zoom-instelling], kunt u deze zoomfunctie gebruiken.
Opmerking
De standaardinstelling voor de [Zoom-instelling] is [Enkel optische zoom].
De standaardinstelling voor [
kunnen gebruiken, stelt u [
De zoomfuncties, behalve de optische-zoomfunctie, zijn niet beschikbaar bij opnemen in
de volgende situaties:
[Panorama d. beweg.]
[
Kwaliteit] is ingesteld op [RAW] of [RAW en JPEG]
De zoomfuncties, behalve de digitale-zoomfunctie, zijn niet beschikbaar bij opnemen in
de volgende functie [Tele-zoom cont. AE].
U kunt de slimme-zoomfunctie niet gebruiken met bewegende beelden.
Wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt dan de optische zoom, ligt [Lichtmeetfunctie]
vast op [Multi].
Wanneer u een andere zoomfunctie gebruikt dan de optische zoom, is [
kadreren] niet beschikbaar.
De opnamefuncties gebruiken
)
)
)
Beeldformaat] is [L]. Om de slimme-zoomfunctie te
Beeldformaat] in op [M] of [S].
De zoom gebruiken
Autom.