Door hogere waarden (+ kant) te selecteren, wordt het flitsniveau hoger, en door lagere
waarden (– kant) te selecteren, wordt het flitsniveau lager.
Opmerking
Het kan zijn dat het hogere flitseffect niet zichtbaar is omdat de beschikbare hoeveelheid
flitslicht beperkt is in het geval het onderwerp zich buiten het maximumbereik van de
flitser bevindt. Als het onderwerp zich erg dichtbij bevindt, is het lagere flitseffect mogelijk
niet zichtbaar.
[53] Hoe te gebruiken
FEL-vergrendeling
Het flitsniveau wordt automatisch aangepast zodat het onderwerp optimaal belicht wordt
tijdens normale flitsopnamen. U kunt de flitsbelichting ook van tevoren instellen.
FEL: Flash Exposure Level (flitsbelichtingsniveau)
1. Plaats het onderwerp waarop de FEL moet worden vergrendeld in het midden, en stel
scherp.
2. Druk op de knop waaronder [FEL-slot wisselen] is geregistreerd en stel de hoeveelheid
flitslicht in.
Een voorflits gaat af.
(FEL-vergrendeling) knippert.
Selecteer MENU →
knop → [FEL-slot wisselen] om de functie van tevoren te registreren.
3. Pas de compositie aan en neem het beeld op.
Wanneer u de FEL-vergrendeling wilt opheffen, drukt u nogmaals op de knop
waaronder [FEL-slot wisselen] is geregistreerd.
Flitsers die FEL-vergrendeling ondersteunen
HVL-F60M, HVL-F43M en HVL-F32M kunnen worden gebruikt als opzetflitsers, als losse
flitsers verbonden met een kabel, en als draadloze flitsers (controller/afstandsbediend).
HVL-F20M kan worden gebruikt als opzetflitser, als losse flitser verbonden met een kabel,
en als draadloze flitser (controller).
Opmerking
De FEL-vergrendeling kan niet worden ingesteld wanneer de flits niet op de camera is
De opnamefuncties gebruiken
(Eigen instellingen) → [Eigen toetsinstelling.] → gewenste
De flitser gebruiken