Rechts (standaardinstelling):
Pan de camera van links naar rechts.
Links:
Pan de camera van rechts naar links.
Naar boven:
Pan de camera van onder naar boven.
Naar beneden:
Pan de camera van boven naar onder.
[64] Hoe te gebruiken
De scherpstellingsmethode veranderen met behulp van
de scherpstellingsfunctie-keuzeknop
U kunt de scherpstellingsmethode selecteren die geschikt is voor de beweging van het
onderwerp.
1. Schuif de scherpstellingsfunctie-keuzeknop naar de stand AF (automatische
scherpstelling) of MF (handmatige scherpstelling).
2. Als u met de scherpstellingsfunctie-keuzeknop AF selecteert, selecteert u MENU →
(Camera- instellingen) → [Scherpstelfunctie] → gewenste instelling.
Menu-onderdelen
(Enkelvoudige AF):
De camera voert de scherpstelling uit en de scherpstelling wordt vergrendeld wanneer u de
ontspanknop tot halverwege indrukt. Gebruik deze functie wanneer het onderwerp stilstaat.
(Automatische AF) (standaardinstelling):
De camera schakelt om tussen [Enkelvoudige AF] en [Continue AF] afhankelijk van de
beweging van het onderwerp.
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen