6.2
Algemene reiniging en ontsmetting
Houd de externe oppervlakken steeds schoon en vrij van vuil en vloeistoffen
met een schone, droge doek.
1.
2.
3.
4.
6.3
Reiniging en desinfectie van de op de patiënt
toegepaste onderdelen
Sondes *
Reinig de sondes alvorens een patiënt te onderzoeken aan de hand van de
onderstaande reinigingsmethode voor laag risico.
Na het onderzoek van de patiënt dient u de sondes te reinigen en/of
desinfecteren aan de hand van de gepaste methode afhankelijk van het risico
op kruisbesmetting zoals onderstaand beschreven:
Risico
Laag
Gemiddeld
Hoog
*Opmerking:
42
Veeg eventuele vloeistoffen van het oppervlak van het product met
een schone, droge doek.
Schoonvegen met een doek bevochtigd in 70% Isopropylalcohol.
Volledig droogvegen met een schone, droge doek.
Indien het product vervuild werd, dient u de methoden te gebruiken
zoals beschreven voor de op de patiënt toegepaste onderdelen.
Defi nities
Normaal gebruik of
situaties met laag
risico, inclusief
patiënten met
gave huid en geen
bekende infectie.
De patiënt heeft een
bekende infectie,
de huid is niet intact
en het gedeelte is
zwaar vervuild.
Deze procedure mag
uitsluitend gebruikt
worden wanneer het
onderdeel vervuild
werd met bloed.
Geldt niet voor IOP8 Intraoperatieve Sonde. Raadpleeg
Intraoperatieve sonde IFU voor meer informatie over de
reinigings/sterilisatieprocessen.
Procedure
1. Verwijder de vervuiling, veeg schoon met
een mild en neutraal schoonmaakmiddel
en veeg vervolgens schoon met een doek
bevochtigd met water.
2. Volledig droogvegen met een schone
doek.
1. Volg de procedure voor laag risico en
veeg vervolgens met een doek bevochtigd
in natriumhypochloriet (1.000ppm).
2. Veeg na twee minuten schoon met
een doek bevochtigd in water en droog
vervolgens met een schone doek.
1. Volg de procedure voor laag risico en
veeg vervolgens met een doek bevochtigd
in natriumhypochloriet (10.000ppm).
2. Veeg na twee minuten schoon met
een doek bevochtigd in water en droog
vervolgens met een schone doek.