Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Gegevensscherm Toevoegen; Een Gegevensscherm Bewerken; Volgorde Van Gegevensschermen Wijzigen; De Satellietinstelling Wijzigen - Garmin EDGE 1030 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EDGE 1030:
Inhoudsopgave

Advertenties

passen wanneer de activiteiten-timer loopt
gebruiken, pagina
20).
• Selecteer Timer start-modus om in te stellen hoe het
toestel het begin van een rit detecteert en de activiteiten-
timer automatisch start
pagina
20).
• Selecteer Navigatie om de kaartinstellingen
(Kaartinstellingen, pagina
instellingen, pagina
11) aan te passen.
• Selecteer GPS-modus om GPS uit te schakelen
(Indoortrainingen, pagina
satellietinstelling wijzigen, pagina
• Selecteer Aanraakgevoeligheid om de gevoeligheid van
het aanraakscherm aan te passen.
Alle wijzigingen die u aanbrengt worden opgeslagen in het
activiteitenprofiel.

Een gegevensscherm toevoegen

1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuw toe >
Gegevensscherm.
4
Selecteer een categorie en selecteer één of meer
gegevensvelden.
5
Selecteer
.
6
Selecteer een optie.
• Selecteer een andere categorie als u meer
gegevensvelden wilt selecteren.
• Selecteer
.
7
Selecteer
of
om de lay-out te wijzigen.
8
Selecteer
.
9
Selecteer een optie.
• Tik twee keer op een gegevensveld om het te wijzigen.
• Tik op een gegevensveld en tik daarna op een ander
gegevensveld om de volgorde te wijzigen.
10
Selecteer
.

Een gegevensscherm bewerken

1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Gegevensschermen.
4
Selecteer een gegevensscherm.
5
Selecteer Indeling/gegev.velden.
6
Selecteer
of
om de indeling te wijzigen.
7
Selecteer
.
8
Selecteer een optie.
• Tik twee keer op een gegevensveld om het te wijzigen.
• Tik op een gegevensveld en tik op een ander
gegevensveld om de volgorde te wijzigen.
9
Selecteer
.

Volgorde van gegevensschermen wijzigen

1
Selecteer
> Activiteitenprofielen.
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Gegevensschermen >
4
Selecteer een gegevensscherm.
5
Selecteer
of
.
6
Selecteer
.

De satellietinstelling wijzigen

Om de prestaties in moeilijke omgevingen te verbeteren en de
GPS-positiebepaling te versnellen, kunt u GPS+GLONASS
Uw toestel aanpassen
(Auto Scroll
(De timer automatisch starten,
11) en route-instellingen
5) of de satellietinstelling
19) te wijzigen.
.
inschakelen. Door GPS+GLONASS te gebruiken, neemt de
gebruiksduur van de batterij sneller af dan wanneer alleen GPS
wordt gebruikt.
1
Selecteer
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer GPS-modus.
4
Selecteer een optie.
(Route-

Waarschuwingen

U kunt waarschuwingen gebruiken voor trainingen met
(De
specifieke doelstellingen voor tijd, afstand, calorieën, hartslag,
cadans en vermogen. Waarschuwingsinstellingen worden
opgeslagen bij uw activiteitenprofiel.

Bereikwaarschuwingen instellen

Als u een optionele hartslagmeter, cadanssensor of
vermogensmeter hebt, kunt u bereikwaarschuwingen instellen.
Een bereikwaarschuwing wordt afgegeven wanneer het toestel
een waarde meet die boven of onder een opgegeven
waardenbereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het
toestel u waarschuwt als uw cadans lager is dan 40 rpm of
hoger dan 90 rpm. U kunt ook een trainingszone
(Trainingszones, pagina
bereikwaarschuwing.
1
Selecteer
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Waarschuwingen.
4
Selecteer Hartslagwaarschuwing, Cadanswaarschuwing
of Vermogenswaarsch..
5
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
6
Selecteer de minimum- en maximumwaarde of selecteer
zones.
7
Selecteer indien nodig
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. U hoort ook een pieptoon als
geluidssignalen zijn ingeschakeld
uitschakelen, pagina

Een terugkerende waarschuwing instellen

Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer
2
Selecteer een profiel.
3
Selecteer Waarschuwingen.
4
Selecteer een waarschuwingstype.
5
Schakel de waarschuwing in.
6
Voer een waarde in.
7
Selecteer
.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. U hoort ook een
pieptoon als geluidssignalen zijn ingeschakeld
in- en uitschakelen, pagina

Auto Lap

Ronden op positie markeren

Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op een bepaalde positie. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken (bijvoorbeeld
na een lange klim of na een sprint). Tijdens een koers kunt u de
functie Op positie gebruiken om een ronde te starten bij alle
rondeposities die voor de koers zijn vastgelegd.
1
Selecteer
2
Selecteer een profiel.
> Activiteitenprofielen.
9) gebruiken voor de
> Activiteitenprofielen.
.
(De toesteltonen in- en
21).
> Activiteitenprofielen.
21).
> Activiteitenprofielen.
(De toesteltonen
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave