Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Prestatiemeldingen Uitschakelen; Persoonlijke Records; Uw Persoonlijke Records Weergeven; Een Persoonlijk Record Terugzetten - Garmin EDGE 1030 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EDGE 1030:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Sta stil en rust 3 minuten.

Prestatiemeldingen uitschakelen

Prestatiemeldingen zijn standaard ingeschakeld. Sommige
prestatiemeldingen zijn berichten die worden weergegeven na
voltooiing van uw activiteit. Sommige prestatiemeldingen
worden weergegeven tijdens een activiteit of wanneer u een
nieuwe prestatiemeting hebt bereikt, zoals een nieuwe VO2
max. drempel.
1
Selecteer Mijn statistiek. > Prestatiemeldingen.
2
Selecteer een optie.

Persoonlijke records

Bij het voltooien van een rit worden op het toestel eventuele
nieuwe persoonlijke records weergegeven die u tijdens deze rit
hebt gevestigd. Tot uw persoonlijke records behoren uw snelste
tijd over een standaardafstand, uw langste rit en de grootste
stijging tijdens een rit.

Uw persoonlijke records weergeven

Selecteer Mijn statistiek. > Persoonlijke records.

Een persoonlijk record terugzetten

U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Selecteer Mijn statistiek. > Persoonlijke records.
2
Selecteer een record om terug te zetten op de vorige waarde.
3
Selecteer Vorig record >
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.

Een persoonlijk record verwijderen

1
Selecteer Mijn statistiek. > Persoonlijke records.
2
Selecteer een persoonlijk record.
3
Selecteer
>
.

Trainingszones

• Hartslagzones
(Uw hartslagzones instellen, pagina
• Vermogenszones
(Uw vermogenszones instellen,
pagina
15)

Navigatie

Navigatiefuncties en -instellingen worden ook gebruikt bij het
navigeren van koersen
(Koersen, pagina
(Segmenten, pagina
3).
• Locaties en plaatsen zoeken
• Een koers plannen
(Koersen, pagina
• Route-instellingen
(Route-instellingen, pagina
• Kaartinstellingen
(Kaartinstellingen, pagina

Locaties

U kunt op het toestel locaties vastleggen en bewaren.

Uw locatie markeren

Voordat u een locatie kunt markeren, dient u satellieten te
zoeken.
Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt terugkeren naar een
bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
1
Maak een rit.
2
Selecteer Navigatie >

Locaties opslaan vanaf de kaart

1
Selecteer Navigatie >
Een punt op de kaart.
2
Zoek de gewenste locatie op de kaart.
3
Selecteer de locatie.
Navigatie
.
14)
10) en segmenten
(Locaties, pagina
9)
10)
11)
11)
> Markeer positie >
.
> Selecteer het zoekgebied >
Er verschijnt informatie over de locatie boven aan de kaart.
4
Selecteer de informatie over de locatie.
5
Selecteer
>
.

Naar een locatie navigeren

1
Selecteer Navigatie.
2
Selecteer een optie:
• Selecteer Zoek op kaart als u naar een locatie op de
kaart wilt navigeren.
• Selecteer Zoeken om naar een nuttig punt (POI), stad,
adres, kruispunt of locatie met bekende coördinaten te
navigeren.
TIP: U kunt
selecteren om uw zoekgebied te verfijnen.
• Selecteer Opgeslagen locaties om naar een opgeslagen
locatie te navigeren.
TIP: U kunt
selecteren om specifieke zoekinformatie in
te voeren.
• Selecteer Recent gevonden om te navigeren naar een
van de laatste 50 locaties die u hebt gevonden.
• Selecteer
> Selecteer het zoekgebied om uw
zoekgebied te verfijnen.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Rijden.
5
Volg de instructies op het scherm naar uw bestemming.

Terug naar startlocatie navigeren

Tijdens een rit kunt u op ieder gewenst moment terugkeren naar
het startpunt.
1
Maak een rit
(Een rit maken, pagina
2
Tik tijdens uw rit ergens op het scherm om de timer-overlay
weer te geven.
3
Selecteer
> Navigatie > Terug naar start.
4
Selecteer Langs dezelfde route of Meest directe route.
5
Selecteer Rijden.
Het toestel navigeert terug naar het startpunt van uw rit.

Stoppen met navigeren

1
Blader naar de kaart.
2
Selecteer
>
.

Locaties bewerken

1
Selecteer Navigatie > Opgeslagen locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer de informatiebalk boven in het scherm.
4
Selecteer
.
5
Selecteer een kenmerk.
Selecteer bijvoorbeeld Wijzig hoogte om een bekende hoogte
voor de locatie op te geven.
6
Voer de nieuwe informatie in en selecteer
3).
.
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave