RS 70/M
kW
1
2
Ø 1"1/2
3970145
465
4,2
0,2
11,6
515
4,8
0,2
13,9
565
5,6
0,3
16,3
615
6,4
0,3
18,9
665
7,3
0,3
21,7
715
8,3
0,4
24,6
765
9,3
0,4
27,7
814 10,3
0,4
30,9
RS 100/M
kW
1
2
Ø 1"1/2
3970145
695
3,7
0,4
23,5
760
4,2
0,4
27,4
825
5,0
0,5
31,6
890
5,8
0,5
36,1
955
6,5
0,6
40,9
1020 7,3
0,7
45,9
1085 8,3
0,8
51,1
1163
9,3
0,8
57,7
RS 130/M
kW
1
2
Ø 1"1/2
3970145
930
3,8
1,0
39,0
1010 4,5
1,1
44,9
1090 5,1
1,3
51,5
1170
5,8
1,5
58,3
1250 6,5
1,7
65,4
1330 7,2
1,8
72,9
1410 7,9
1,9
80,7
1512 8,6
2,0
91,2
(A)
(B)
p (mbar)
3
Ø 2
Ø 2
Ø 1"1/2
3970146
3970181
3970180
3970160
3970182
8,5
3,8
5,2
10,0
4,5
6,2
12,0
5,2
7,2
13,5
6,0
8,2
15,0
6,9
9,5
17,2
7,8
10,8
18,5
8,9
11,5
20,0
9,7
13,0
p (mbar)
3
Ø 2
Ø 2
Ø 1"1/2
3970146
3970181
3970180
3970160
3970182
17,0
7,4
10,1
18,5
8,7
11,5
20,5
9,9
13,2
23,0
11,3
14,0
26,0
12,8
16,0
29,0
14,3
18,0
33,0
15,9
20,0
38,0
17,9
22,0
p (mbar)
3
Ø 2
Ø 2
Ø 1"1/2
3970146
3970181
3970180
3970160
3970182
22,0
12,2
15,0
28,0
14,0
17,0
33,0
16,0
20,0
37,0
18,1
22,0
40,0
20,2
25,0
43,0
22,5
28,0
48,0
24,8
31,0
53,0
27,9
34,0
DN65
DN80
3970147
3970148
3970161
3970162
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4,4
-
5,0
-
DN65
DN80
3970147
3970148
3970161
3970162
-
-
4,4
-
5,1
-
5,8
-
6,6
-
7,5
-
8,4
4,5
9,5
5,0
DN65
DN80
3970147
3970148
3970161
3970162
6,3
-
7,4
-
8,5
4,5
9,6
5,1
10,8
5,7
12,2
6,4
13,6
7,1
15,3
8,0
D883
5
GASDRUK
De tabellen hiernaast geven de minimale druk-
verliezen op de gastoevoerlijn in functie van het
maximum vermogen van de brander.
Kolom 1
Drukverlies verbrandingskop.
Gasdruk gemeten aan het meetpunt 1)(B), met:
• Verbrandingskamer op 0 mbar
• Brander werkend op maximum vermogen
• Gasring 2)(B)p.8 afgesteld zoals in diagram
(C)p.8.
Kolom 2
Drukverlies gassmoorklep 2)(B) met maximale
opening: 90°.
Kolom 3
Drukverlies van gasstraat 3)(B) omvat: regelklep
VR, veiligheidsklep VS (beiden met maximale
opening), drukregelaar R, filter F.
De in de tabellen aangegeven waarden hebben
betrekking op:
3
aardgas PCI 10 kWh/Nm
(8,6 Mcal/Nm
Met:
3
aardgas PCI 8,6 kWh/Nm
(7,4 Mcal/Nm
vermenigvuldig de waarden uit de tabel met 1,3.
Om het maximum vermogen (bij benadering) te
kennen waarop de brander werkt:
- Trek van de gasdruk aan het meetpunt 1)(B)
de druk in de verbrandingskamer af.
- Zoek in de bij de brander behorende tabel,
kolom 1, de drukwaarde die het dichtst bij het
resultaat van de aftrekking ligt.
- Lees aan de linkerkant het corresponderende
vermogen af.
Voorbeeld - RS 100/M:
• Werking op maximum vermogen
• Aardgas G20 Hj 10 kWh/Nm
• Gasring 2)(B)p.8 afgesteld zoals in diagram
(C)p.8.
• Gasdruk op het gasmeetpunt 1)(B) = 8 mbar
• Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 5 mbar, kolom 1, correspondeert
in de tabel RS 100/M met een vermogen van
825 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting.
Het werkelijke vermogen wordt daarna gemeten
op de gasmeter.
Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het
meetpunt 1)(B), na het vaststellen van het MAXI-
MUM vermogen waarop de brander moet wer-
ken:
- Zoek in de tabel die hoort bij de brander de
waarde voor het vermogen die het dichtst in
de buurt ligt bij de gewenste waarde.
- Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan
het meetpunt 1)(B) af.
- Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in
de verbrandingskamer op.
Voorbeeld - RS 100/M:
• Gewenst maximum vermogen: 825 kW
• Aardgas G20 Hj 10 kWh/Nm
• Gasring 2)(B)p.8 afgesteld zoals in diagram
(C)p.8
• Gasdruk bij een vermogen van 825 kW,
uit tabel RS 100/M, kolom 1
• Druk in de verbrandingskamer
5 + 3
benodigde druk aan het meetpunt 1)(B).
OPGELET
De gegevens van het thermische
vermogen en de gasdruk op de knop
betreffen
de
werking
gassmoorklep
helemaal
(90°).
3
).
3
)
3
= 3 mbar
8 - 3 = 5 mbar
3
=
5 mbar
=
3 mbar
=
8 mbar
met
de
geopend