Veiligheidscomponent
Vlamcontrole
Vlamsensor
Gasventielen
(type solenoïde)
Drukschakelaars
Drukregelaar
Servomotor (elektronische nok) (indien
aanwezig)
Olieklep (type solenoïde) (indien aan-
wezig)
Olieregelaar
(indien aanwezig)
Olieleidingen/verbindingen (metaal)
(indien aanwezig)
Flexibele leidingen
(indien aanwezig)
Waaier ventilator
(A)
Bedrijfscyclus
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
15 jaar
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar of 250.000
werkingscycli
10 jaar
5 jaar of 30.000 cycli onder druk
10 jaar of 500.000 starten
18
Veiligheidstest - con met gastoevoer geslo-
ten
Om de inveiligheidsstelling uit te voeren, is het
zeer belangrijk om de correcte uitvoering van de
elektrische aansluitingen te controleren tussen
de gasventielen en de brander.
Daarom moet, nadat is gecontroleerd dat de
aansluitingen zijn uitgevoerd volgens de scha-
kelschema's van de brander, een startcyclus bij
gesloten gaskraan uitgevoerd worden (dry test).
1.
Het handbediende gasventiel moet geslo-
ten zijn met de inrichting van de vergrende-
ling/ontgrendeling (Procedure "lock-out /
tag out").
2.
Controleer de sluiting van de elektrische
limietcontacten van de brander
3.
Controleer dat het contact van de minimum
gasdrukschakelaar is gesloten
4.
Probeer de brander te starten.
De startcyclus moet gebeuren volgens de vol-
gende fasen:
Start van de motor van de ventilator voor de
voorventilatie
-
Uitvoering van de dichtingscontrole van de
gasventielen, indien voorzien.
-
Vervollediging van de voorventilatie
-
Bereik van het ontstekingspunt
-
Voeding van de ontstekingstransformator
-
Voeding van de gasventielen.
-
Aangezien het gas is gesloten, kan de bran-
der niet ontstoken worden en zal de controle-
doos ervan in de conditie van stop of
veiligheidsvergrendeling gesteld worden.
De effectieve voeding van de gaskleppen kan
gecontroleerd worden met de invoer van een
tester; bepaalde kleppen zijn voorzien van ver-
lichte signaleringen (of positie-indicatoren slui-
ting/opening) die wordt geactiveerd wanneer ze
elektrisch worden gevoed.
OPGELET
INDIEN DE STROOMTOEVOER VAN
DE GASVENTIELEN OP ONVOOR-
ZIENE
OGENBLIKKEN
MAG DE HANDBEDIENDE KLEP NIET
GEOPEND
WORDEN,
STROOMTOEVOER
KELD WORDEN, EN MOET DE BE-
DRADING
GECONTROLEERD
WORDEN; CORRIGEER DE FOUTEN,
EN VOER DE GANSE TEST OP-
NIEUW UIT.
Veiligheidscomponenten
De veiligheidscomponenten moeten vervangen
worden volgens de bedrijfscyclus die wordt aan-
geduid in (A). De gespecificeerde bedrijfscycli
betreffen niet de garantievoorwaarden die wor-
den aangeduid in de leverings- en betalings-
voorwaarden.
GEBEURT,
MOET
DE
UITGESCHA-