RS 70-100-130/M
MET DICHTHEIDSCONTROLE RG1/CT RIELLO
(A)
RS 70-100-130/M
MET DICHTHEIDSCONTROLE LDU 11 LANDIS
(C)
RWF
(E)
AFSTELLING THERMISCH RELAIS
(F)
(B)
(D)
a - d :
Rood
b - c : Wit
11
SCHEMA (A)
Elektrische aansluiting branders RS 70 - 100 -
130/M met gasdichtheidscontrole RG1/CT
RIELLO.
De gasdichtheidscontrole heeft plaats alvorens
de brander start.
Voor België: Enkel voor toepassingen die
niet onder het K.B. van 3 juli 1992 vallen.
SCHEMA (C)
Elektrische aansluiting branders RS 70 - 100 -
130/M met gasdichtheidscontrole LDU 11
LANDIS.
De gasdichtheidscontrole heeft plaats alvorens
de brander start.
Voor België: Enkel voor toepassingen die
niet onder het K.B. van 3 juli 1992 vallen.
SCHEMA'S (B) - (D)
Indien men wenst dat het toestel RG1/CT of
LDU 11 de dichtheidscontrole van de gasklep-
pen onmiddellijk na de branderstop uitvoert, ver-
bindt dan TL en het toestel zoals in (B) - (D).
Legende schema's (A) - (B) - (C) - (D) - (E)
BT - Temperatuurvoeler
BP - Drukvoeler
IN - Schakelaar voor manueel uitschakelen
MB - Klemmenbord brander
PC - Gasdrukschakelaar
PG - Min. gasdrukschakelaar
S
- Controlelampje vergrendeling
TR - Regelingsthermostaat: regelt min. en max.
vermogen.
TL - Begrenzingsthermostaat: stopt de bran-
der wanneer de temperatuur of de druk in
de ketel de vastgestelde waarde bereikt.
TS - Veiligheidsthermostaat: treedt in werking
wanneer de TL defect is.
VR - Regelklep
VS - Veiligheidsafsluiter
Zekering en doorsnede kabels schema's (A - B)
zie tab. (D) pag. 11.
Niet aangegeven doorsnede: 1,5 mm
SCHEMA (E)
Aansluiting vermogenregelaar RWF en bij-
horende voeler op branders RS 70-100-130/M
(modulerende werking).
Noot
De thermostaten TR en TS zijn overbodig indien
de RWF is aangesloten voor modulerende wer-
king. Hun functie wordt dan waargenomen door
de RWF. De thermische relais k1 (RWF) kan
worden aangesloten op de klemmen:
- 2 - 3, ter vervanging van thermostaat TL
- AL - AL1, om een alarmsignalisatie te sturen
SCHEMA (F)
Afstelling thermisch relais 8)(A)p.4
Dit relais verhindert dat de motor verbrandt door
een plotse verhoging van de absorptie bij het
overslaan van een fase.
• Als de motor op 400 V in ster is aangesloten,
plaats de wijzer op "MIN".
• Als de motor op 230 V in driehoek is aangeslo-
ten, plaats de wijzer op "MAX".
Ook al geeft de schaal van het thermisch relais
de opgeslorpte stroom van de 400 V motor niet
aan, toch is de bescherming verzekerd.
N.B.
De branders RS 70 - 100 - 130/M zijn bij het ver-
laten van de fabriek voorzien voor elektrische
voeding 400 V. Indien de voeding 230 V is, de
motoraansluiting (van ster naar driehoek) en de
afstelling van het thermisch relais veranderen.
De branders RS 70 - 100 - 130/M zijn gehomo-
logeerd voor een intermitterende werking. Dit
betekent dat ze "volgens de Norm" tenminste 1
maal per
24 uur moeten stoppen, opdat de
elektrische apparatuur een controle van de
eigen doeltreffendheid bij het starten kan uitvoe-
ren. Normaal gesproken wordt de stilstand van
de brander verzekerd door de afstandsschake-
laar van de ketel.
Als dit niet zo is is het noodzakelijk om in serie
met IN een tijdschakelaar aan te brengen die
ervoor zorgt dat de brander tenminste 1 maal
per 24 uur stopt.
Deze branders zijn ook geschikt voor continu-
werking indien zij worden uitgerust met de bran-
derautomaat Landis LGK 16.333 A27 (onderling
verwisselbaar met de branderautomaat Landis
LFL 1.333 van de brander).
OPGELET:
De nulleider en de fase niet op de elektrische
voedingslijn omkeren.
2
.