DSC (Digital Selective Calling)
noodoproepen (man-over-boord) uitvoeren via
een marifoon
Wanneer uw Garmin-kaartplotter is verbonden met een marifoon die compatibel
is met Garmin NMEA 2000 en u een noodoproep voor man-over-boord initieert
vanaf uw marifoon, wordt het man-over-boordscherm weergegeven op de
Garmin-kaartplotter en wordt u gevraagd naar het punt te navigeren waar de
persoon van boord is gevallen. Als de stuurautomaat van Garmin is verbonden
met het netwerk, vraagt uw kaartplotter u een MOB-manoeuvre uit te voeren
naar dit punt.
Als u de MOB-noodoproep annuleert via de marifoon, verdwijnt het scherm
Man-over-boord.
MOB-noodoproepen uitvoeren vanaf de
kaartplotter
Wanneer uw Garmin-kaartplotter is verbonden met een marifoon die compatibel
is met Garmin NMEA 2000 en u de navigatie naar een punt waarop iemand
van boord is gevallen activeert, wordt op de marifoon de pagina Noodoproep
weergegeven om een noodoproep voor man-over-boord te activeren. Houd
op de marifoon de toets DISTRESS minstens drie seconden ingedrukt om de
noodoproep uit te voeren.
Raadpleeg de gebruikshandleiding bij de Garmin-marifoon voor informatie over
het uitvoeren van noodoproepen via de marifoon. Informatie over het activeren
van navigatie naar de locatie waar iemand van boord is gevallen, is te vinden op
pagina 25.
64
Positie bijhouden
Wanneer u uw Garmin-kaartplotter via NMEA 0183 aansluit op een marifoon,
kunt u de positie bijhouden van schepen die positierapporten verzenden. Deze
functie is ook beschikbaar met NMEA 2000, ervan uitgaande dat het schip de
juiste PGN-gegevens verzendt (PGN 129808; DSC-oproepinformatie).
Elke ontvangen oproep met een positiemelding wordt opgenomen in de DSC-lijst
(pagina 41).
Een lijst met positierapporten weergeven:
1. Ga naar het startscherm en selecteer
lijst.
2. Maak een keuze uit de volgende opties:
•
Selecteer
Oproepen met marifoon
standaardoproep uit te voeren naar het schip dat het positierapport heeft
verzonden. Deze optie is alleen beschikbaar als u een met Garmin NMEA
2000-compatibele marifoon gebruikt.
•
Selecteer
Wijzig
om de naam en het symbool van het schip te bewerken
en een opmerking toe te voegen. Als uw marifoon de positie van het schip
bijhoudt, selecteert u
Pad
om de navigatielijn van het schip te tonen of
Lijn van pad
te verbergen. Selecteer
Selecteer
rapport wissen
Selecteer
Maak waypoint aan
die met de noodoproep is verzonden.
•
Selecteer
rapport wissen
GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding
Informatie
>
Overige schepen
om met de marifoon een persoonlijke
om de kleur van de lijn te wijzigen.
om het oproepenrapport te verwijderen.
om een waypoint in te stellen op de positie
om het oproepenrapport te verwijderen.
>
DSC-