Kaarten gebruiken
Details weergeven over navigatiemiddelen, zoals bakens, lichten en
obstructies:
1. Wijs het navigatiemiddel aan met de tuimelschakelaar. Als u de cursor boven
het navigatiemiddel plaatst, wordt het desbetreffende middel gemarkeerd.
2. Druk op
SELECT
om informatie over het navigatiemiddel weer te geven.
Instellingen voor 3D roergangerbeeld
In het scherm 3D Roergangerbeeld om meer instellingen of opties weer te
gevenDruk op MENU.
Zie ''Navigatiekaartmenu'' op pagina 8 voor informatie over instellingen en opties
met betrekking tot waypoints en sporen, overige schepen en gegevensbalken.
Selecteer
MEnU
>
Kaartweergave
Roergangerbeeld aan te passen.
Stijl: selecteer hoe kaartgegevens over 3D-terrein worden weergegeven.
• Klassiek: er wordt een kleurschema gebruikt om 3D-terrein aan te geven.
• Kaarten: kaartgegevens worden in een 3D-weergave verschaft.
• foto's: naast kaartinformatie worden ook satellietfoto's weergegeven.
16
om de weergave van het scherm 3D
gevarenkleuren: de gevarenkleuren in- of uitschakelen. De instelling Uit
toont de kust zoals u deze vanaf het water ziet. De instelling aan gebruikt een
kleurenschaal om ondiep water en land aan te geven. Blauw geeft diep water aan,
geel betekent ondiep water en rood staat voor zeer ondiep water.
3D roergangerbeeld
gevarenkleuren
afstandcirkels: de afstandcirkels voor de afstandsmeting in- of uitschakelen.
veilige diepte: hiermee stelt u in bij welke diepte gevaarlijke diepten rood
worden weergegeven.
GPSMAP 400-/500-serie - gebruikershandleiding